[go: up one dir, main page]

  • honds
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen honds hondser hondst
verbogen hondse hondsere hondste
partitief honds hondsers -

honds

  1. onbeschoft en brutaal
    • Men zou kunnen denken dat honds is afgeleid van het grove gedrag van honden, maar het heeft waarschijnlijk eerder betrekking op de ruwe manier waarop sommige mensen de trouwe viervoeters behandelen. 

het hondso

  1. de taal die honden spreken
     Onze commandanten kunnen om een tactische luchtaanval in het zuiden van Afghanistan vragen en hun piloten weten precies wat ze dan moeten doen. Maar test een Fiat Punto 'vijfdeurs' op de rondweg en je kunt net zo goed honds spreken.[3]
     Spreek jij honds?[4]
     Is 'waf' honds voor 'yo'?[5]
95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. honds op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink  Weblink bron “Uit de bocht” (2012), A.W., Bruna Uitgevers, ISBN 9789044967357
  4. Bronlink  Weblink bron
    Rachel Federman
    “Hoe slim is je hond?: de leukste test voor jou en je hond” (2017), HarperCollins Holland, ISBN 9789402753851, p. 37
  5. Thomas de Veen
    “ (13 augustus 2014), NRC
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be