[go: up one dir, main page]

  • krui
vervoeging van
kruien

krui

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruien
    • Ik krui. 
  2. gebiedende wijs van kruien
    • Krui! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruien
    • Krui je?