[go: up one dir, main page]

  • ka·mer·tje

het kamertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kamer
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be