fietsveer
- Geluid: fietsveer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitsfer / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.vɪːr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.veːr/
- fiets·veer
- samenstelling van fiets en veer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsveer | fietsveren |
verkleinwoord | fietsveertje | fietsveertjes |
het fietsveer o
- een veerpont voor fietsers en wandelaars
- Ten oosten van Nijmegen kan je nog met een fietsveer oversteken naar de Millingerwaard.
1. een veerpont voor fietsers en wandelaars
- Het woord 'fietsveer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fietsveer" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be