driehonderdentweeëntachtig

0	3	8	2

driehonderdentweeëntachtig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdentweeëntachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈtwejənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·tweeën·tach·tig, drie·hon·derd·en·twee·en·tach·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  tweeëntachtig ht 

driehonderdentweeëntachtig

1. "382", langere vorm van driehonderdtweeëntachtig, driehonderd plus tweeëntachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdentweeëntachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdentweeëntachtig. 

• driehonderdtweeëntachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdentweeëntachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdentweeëntachtigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdentweeëntachtig" ht als linkerdeel

• driehonderdentweeëntachtigduizend

• Het woord 'driehonderdentweeëntachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.