dagvaarden
- Geluid: dagvaarden (hulp, bestand)
- dag·vaar·den
- In de betekenis van ‘oproepen voor het gerecht’ voor het eerst aangetroffen in 1522 [1]
- samenstelling van dag en vaart met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dagvaarden |
dagvaardde |
gedagvaard |
zwak -d | volledig |
dagvaarden
- overgankelijk voor een rechtszitting oproepen
- Mijn irritante buurman werd door mij gedagvaard.
1. voor een rechtszitting oproepen
- Het woord dagvaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagvaarden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "dagvaarden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dagvaarden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be