gravel
- gra·vel
- van Engels gravel zn "steengruis gebruikt als wegverharding of ballast" (maar niet met de betekenis "tennisondergrond"); in het Nederlands met de betekenis van ‘dakpannengruis als bestrating’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gravel | - |
verkleinwoord | - | - |
- (sport) roodkleurig steengruis dat in de 20e eeuw veel werd gebruikt voor de verharding van tennisbanen en atletiekbanen
- Hij speelt eigenlijk altijd het liefst op gravel.
- (verkeer) steengruis gebruikt om wegen en paden te verharden
1. roodkleurige steengruis die doorgaans wordt gebruikt voor de verharding van tennisbanen
- Het woord gravel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gravel" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gravel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron M. Noel Chomel (vert. Jan Lodewyk Schuer & A.H. Westerhof)“Huishoudelyk woordboek, Vervattende vele middelen om zyn goed te vermeerderen, en zyne gezondheid te behouden, Met verscheiden wisse en beproefde middelen.” (1743), S. Luchtmans/H. Uytwerf, Leiden/Amsterdam, p. 1226
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- grav·el
- Afkomstig van het Oudfranse woord grave.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
gravel | - | - |
gravel
- met grind bestrooid.
a gravel voice
- Een ruwe stem.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to gravel |
he/she/it | gravels |
verleden tijd | gravelled graveled |
voltooid deelwoord |
gravelled graveled |
onvoltooid deelwoord |
gravelling graveling |
gebiedende wijs | gravel |
gravel
- met grind bestrooien.
- (scheepvaart) aan de grond lopen.
- (bij het paard) gekwetst of gekreupeld gaan door een stukje grind tussen hoef en hoefijzer.
- (spreektaal) verwarren.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gravel | gravels |
gravel