gooide weg
- Geluid: gooide weg (hulp, bestand)
- gooi·de weg
vervoeging van |
---|
weggooien |
gooide weg
- enkelvoud verleden tijd van weggooien
- Ik gooide weg.
- Jij gooide weg.
- Hij, zij, het gooide weg.
- Ik gooide weg.
- ▸ Behalve digitale kaarten op mijn telefoon droeg ik ook papieren kaarten en een kompas met me mee, maar al na een aantal weken gooide ik alle papieren kaarten weg om gewicht te sparen.[1]
- Het woord gooide weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers