baasachtig
- Geluid: baasachtig (hulp, bestand)
- baas·ach·tig
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | baasachtig | baasachtiger | baasachtigst |
| verbogen | baasachtige | baasachtigere | baasachtigste |
| partitief | baasachtigs | baasachtigers | - |
baasachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van baas
- In Londen is Whilhelmina steeds meer een baasachtige vrouw geworden.
- Het woord baasachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.