afstampen
- af·stam·pen
- samenstelling van af bw en stampen ww
afstampen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstampen |
stampte af |
afgestampt |
zwak -t | volledig |
- door trappen iets verwijderen
- 'De fietser komt ook oog in oog te staan met vakkundig ineen gestampte rijwielen, verroeste en ontmantelde fietswrakken en hopeloos verloren kadavers van tweewielers die werden achtergelaten door vandalen en dieven. Opengezaagde fietssloten maken eveneens deel uit van het decor en het afstampen van achterlichten lijkt intussen verheven te zijn tot nationale sport.' [2]
- Het woord 'afstampen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstampen" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 05 FEBRUARI 2008 Kris Vanhee Fietsenstalling aan station is slordige varkensstal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be