[go: up one dir, main page]

  • af·ket·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afketsen
ketste af
afgeketst
zwak -t volledig

afketsen

  1. een voorstel verwerpen
  2. ergatief afstuiten, ergens tegenaan botsen en van richting veranderen
  3. ergatief terugstuiten
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be