afwimpelen
- Geluid: afwimpelen (hulp, bestand)
- af·wim·pe·len
- samenstelling van af bw en wimpelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afwimpelen |
wimpelde af |
afgewimpeld |
zwak -d | volledig |
afwimpelen
- overgankelijk afwijzen, afpoeieren, afwenden, afschepen, afzeggen.
- We moesten de opdringerige collectanten afwimpelen.
- Het woord afwimpelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwimpelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be