amerikaniseer
- ame·ri·ka·ni·seer
vervoeging van |
---|
amerikaniseren |
amerikaniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van amerikaniseren
- Ik amerikaniseer.
- gebiedende wijs van amerikaniseren
- Amerikaniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van amerikaniseren
- Amerikaniseer je?
- Het woord amerikaniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.