Letlandse
- Geluid: Letlandse (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛtlɑntsə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlɛtlɑntsə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈlɛtlɑntsə/
- (Limburg): /ˈlɛtlɑndsə/
- Let·land·se
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Letlandse | Letlandsen |
| verkleinwoord | - | - |
de Letlandse v
- (demoniem) een inwoonster van Letland, of een vrouw afkomstig uit Letland
| Demoniemen bij Letland in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Let, Letlander • inwoonster: Letse, Letlandse • bijvoeglijk: Lets, Letlands | |||||||||||
Letlandse
- verbogen vorm van de stellende trap van Letlands
- Het woord Letlandse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.