[go: up one dir, main page]

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Zemst7 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 252:
De mens liet de hond ingespannen voor, onder of achter de kar voor zich werken. Een van de redenen om dit dier in te zetten was dat de hond een goedkopere werkkracht was dan bijvoorbeeld het paard. Wie zich geen paardenkracht kon veroorloven gebruikte de energie van de hond als transportmiddel. Honden trokken niet alleen karren maar ook [[Ploeg (werktuig)|ploegen]] en zelfs [[trekschuit]]en. De hond was meestal goedkoop in de aanschaf en stelde geen hoge eisen aan onder meer zijn voeding, onderkomen en verzorging. Het dier nam meestal genoegen met wat de "pot schafte"; zijn maaltijd bestond hoofdzakelijk uit etensresten, brood, groenten en slachtafval.
 
Verschillende hondenrassen, maar ook bastaarden, hebben werk met de hondenkar verricht. Het zijn voornamelijk de voorouders van de huidige bekende hondenrassen zoals: [[Bouvier des Flandres|bouviers]], [[Duitse dog]]gen, [[Duitse herder]]s, [[Groenendaeler]]s, [[Hollandse herder]]s, [[Pyrenese berghond]]en, sennenhonden en [[Siberische husky]]'s. Ook het uitgestorvenDe [[Belgische hondenras [[Mastiff|Matin Belge]] werd alsspeciaal voor dit trekhonddoel gebruiktontwikkeld.
 
In de [[Trekhondenwet]] van 1910 werd een vergunning voor het gebruik van de hond als trekhond verplicht gesteld. De vergunning werd pas verstrekt wanneer aan de voorschriften wat betreft de begeleider, hond en kar werd voldaan. In 1912 werd de Anti Trekhonden Bond opgericht die nu door het leven gaat als Bond tot Bescherming van Honden, ook wel bekend als de [[Hondenbescherming]]. Tegenstanders van de hond als trekdier wonnen in de loop der jaren langzaam terrein. De [[Wet op de Dierenbescherming]], die met ingang van 1962 in werking trad, verbood uiteindelijk het beroepsmatig werken met honden.