Diarree
Diarree of buikloop is een hoofdzakelijk dunne, brijige tot waterige (soms slijmerige) ontlasting die gepaard gaat met de nood om dringend naar het toilet te gaan. De ontlasting moet dus dunner zijn dan normaal, vaker komen dan normaal (3 of meer keer per dag) en meer volume hebben (meer dan 200 ml/24 uur) dan normaal. Het woord diarree is afgeleid van het Grieks [δια ["dia"]= door, ρεω ["reo"] = stromen] en betekent 'doorstromen'. Diarree gaat meestal samen met een onaangenaam, drukkend gevoel in de buik, en/of met plotselinge krampen of buikpijn. Men voelt zich vaak slapjes en verzwakt, want door een te groot vocht- en voedselverlies gaat de lichamelijke toestand achteruit.
Wanneer spreekt men van diarree
De definitie van het Nederlands Huisartsen Genootschap luidt: "Acute diarree is een plotseling optredende afwijking van het voor een persoon gebruikelijke defecatiepatroon met een maximale duur van 14 dagen, waarbij de frequentie en de hoeveelheid van de ontlasting zijn toegenomen en de ontlasting meer water bevat dan gewoonlijk." Andere beroepsgroepen, zoals maag- darm en leverartsen, hanteren vaak wat andere definities waarin termen als 'vaker' en 'meer dan gewoonlijk' in maat en getal worden gedefinieerd. Diarree gaat vaak gepaard met buikkrampen en soms ook met braken.
Chronische diarree
Chronische diarree heeft dezelfde kenmerken als hierboven beschreven, alleen duurt chronische diarree per definitie langer dan 14 (of 21 in andere definities) dagen.
Oorzaken
Diarree kan veroorzaakt worden door:
- buikgriep (virusinfectie). (De meest voorkomende varianten worden veroorzaakt door: Rotavirus, Norovirus, Adenovirus typen 40/41 en Astrovirus)
- bacteriële infectie: het eten van bedorven voedsel (vakantie, barbecue). Meest voorkomende bacteriële verwekkers zijn Campylobacter, Salmonella-soorten, Shigella, soms door Yersinia, Vibrio-soorten, Clostridium difficile, Aeromonas-soorten, pathogene Escherichia coli-soorten zoals de enterohemorrhagische E. coli (EHEC) en Plesiomonas shigelloides. Tijdens of kort na een kuur met antibiotica treedt vrij vaak een episode van diarree op omdat het middel de darmflora heeft veranderd, waardoor diarreeverwekkers zich makkelijker kunnen vermenigvuldigen.
- andere eukaryote, maar eencellige darmparasieten: Entamoeba histolytica, Giardia lamblia, Cryptosporidien, Cyclospora, Dientamoeba fragilis en andere.
- slechte voedselhygiëne. (ontstaan van toxinen in het voedsel door bacteriegroei, meestal toxine van Staphylococcus aureus of (vero)toxinen van pathogene E.coli.)
- infecties of ontstekingsprocessen in de darm (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa).
- intoleranties voor bepaalde voedselbestanddelen, bijvoorbeeld lactose (zie lactose-intolerantie), gluten of fructose
- overmatig gebruik van alcoholische dranken.
- gebruik van osmotisch actieve stoffen die niet kunnen worden geresorbeerd, zoals magnesiumsulfaat, lactulose of andere osmotische laxantia;
- door darmstimulerende geneesmiddelen zoals sennapreparaten en bisacodyl
- angst en stress: stresshormonen of een heftige angst leiden tot een snelle lediging van de darm ('het liep hem dun door de broek').
- helminthen: sommige wormen veroorzaken soms diarree, bijvoorbeeld Strongyloides stercoralis
- door beschadiging van het darmslijmvlies, bijvoorbeeld na bestraling van een gezwel in de buik (radiatie-enteritis) of door chemotherapie bij kanker.
- Bij immunosupressie (bijvoorbeeld bij aids) kunnen voor normale mensen niet schadelijke micro-organismen opeens diarree gaan veroorzaken.
Bij jonge kinderen kan diarree ook veroorzaakt worden door het doorkomen van de tandjes en kiezen, of door overmatig gebruik van frisdranken.
Dat diarree door olijfolie kan worden veroorzaakt is een fabeltje.
Voorkomen:
- Het helpt tegen infecties om na toiletbezoek handen te wassen.[1]
Behandeling
Specifieke behandeling is bij infectieuze diarree door bacteriën en virussen zelden nodig of mogelijk. Uitdroging voorkomen en genezing afwachten is het belangrijkste. Bij diarree worden water en andere dranken niet goed door de darm opgenomen. Een ORS-preparaat kan dan helpen. Dit is een oplossing van suiker en zout in de juiste verhouding. Deze combinatie maakt opname van vocht wat gemakkelijker. Hierdoor wordt uitdroging voorkomen, wat bij de meeste vormen van diarree die vanzelf overgaan het grootste gevaar is. Treedt uitdroging in gevaarlijke mate op dan zal de patiënt in principe worden opgenomen om intraveneus (per infuus) vloeistof toegediend te krijgen om uitdroging en sterke verstoring van het elektrolytenevenwicht tegen te gaan terwijl hij zelf de infectie overwint.
Er bestaan ook middelen om de darmbewegingen te remmen, zoals loperamide en codeïne, maar dat is uitsluitend symptoombestrijding en mag bij koorts en bij bloed in de ontlasting niet worden gebruikt. Bij bacteriële infecties is het meestal ook niet zinvol om antibiotica te geven, al bestaan hierop wel uitzonderingen. Bij parasieten als verwekkers is behandeling met antiparasitaire middelen juist weer wel zinvol. Om de oorzaak van besmettelijke diarree op te sporen is meestal een faecesonderzoek nodig; de resultaten van een kweek zullen echter vaak pas binnenkomen als de patiënt al vanzelf beter is geworden. Dergelijk onderzoek wordt meestal pas verricht als er na 10-14 dagen nog geen verbetering optreedt.
Voor andere vormen van diarree, zoals bij de ziekte van Crohn, bestaan wel specifieke behandelingen.
- ↑ Handen wassen na toiletbezoek helpt diarree voorkomen, NRC Handelsblad, 24 januari 2008.