Tram van München
De tram van München is na de S-Bahn en het metronet de derde vorm van stedelijk openbaar vervoer van de Duitse stad München. Het normaalsporige net met een lengte van 82 kilometer wordt door de Münchner Verkehrsgesellschaft geëxploiteerd.
Tram van München | ||||
---|---|---|---|---|
Avenio-tram op de Max-Weber-Platz
| ||||
Basisgegevens | ||||
Locatie | München | |||
Vervoerssysteem | Tram | |||
Startdatum | 21 oktober 1876 | |||
Lengte trajecten | 82 km (2020) | |||
Aantal lijnen | 10 + 3 versterkingslijnen | |||
Aantal voertuigen | 134 trams | |||
Spoorwijdte | normaalspoor 1435 mm | |||
Uitvoerder(s) | Münchner Verkehrsgesellschaft | |||
Netwerkkaart | ||||
|
Geschiedenis
bewerkenDe eerste elektrische trams reden al in 1895 en de stroomafname vond plaats met een trolleystang. De lijnen waren met lijnkleuren gemarkeerd en kregen in 1905 lijnnummers met Romeinse cijfers, die echter niet op de trams werden aangegeven. Op 11 oktober 1905 introduceerde de Münchner Trambahn AG officiële lijnnummers in Arabische cijfers. De lijnen waren nu gemarkeerd met het lijnnummer (1-12, 14-17, 19 en 20) nog steeds met de lijnkleur.
Op 16 december 1908 werd de eerste buitenlijn naar Pasing geopend (lijn 29) waarbij buiten de stadsgrenzen werd gereden op een eigen hooggelegen baan naar Pasinger Marienplatz. Pasing werd in 1938 door München geannexeerd maar de lijn bestaat als stadslijn 19 in 2024 nog steeds en is doorgetrokken naar Station München-Pasing. Op 12 augustus 1910 werd een andere buitenlijn geopend naar Grünwald als lijnen 25 en 35 die als lijn 25 in 2024 ook nog steeds bestaat.
In zowel de eerste als tweede wereldoorlog waren er vele beperkingen en waren er plannen voor vervanging door een ondergrondse tiefbahn en bussen. Hier kwam voorlopig niets van terecht en na 1945 werd het tramnet weer opgebouwd. De zwakke en slecht getraceerde lijnen 5, 37 en 10 werden echter in 1960, 1961 en 1967 opgeheven en gedeeltelijk vervangen door buslijnen.
Daarentegen vond in de jaren 1962-1964 uitbreiding van het net plaats met trajecten op eigen baan met ook een aantal tunnels naar onder meer Freimann-Nord, Fürstenried-West, Harthof en Hasenbergl. De drukste lijn van het net was toen de 20 kilometer lange lijn 8 die liep van Hasenbergl naar Fürstenried-West. In 1970 verdween lijn 22 in verband met de aanleg van een stadsautoweg.
Na de opening van de metro werden in een tussenfase doorgaande lijnen geknipt en vanaf de geopende metrostations vervangen door pendellijnen. Zo werd de uitloper van lijn 8 naar Fürstenried-West vervangen door lijn 16 en de uitloper naar Hasenbergl door lijn 13. De tak van lijn 3 naar Harthof werd overgenomen door lijn 12. De laatste uitbreiding was het traject naar Neu-Perlach-Zentrum van lijn 24 in 1973 dat maar zeven jaar is gebruikt.
Vanaf de jaren 1970 werd een aanzienlijk deel van het tramnetwerk vervangen door de metro waarbij tot 1983 de lijnen 1, 2, 4, 6, 7, 8, 9, 14, 17, 21 en 24 verdwenen waarbij delen werden overgenomen door andere lijnen, zoals de zuidelijke takken van de lijnen 2 en 7 door lijn 27, lijn 8 ten zuiden van Harras door lijn 16, lijn 9 door lijn 20 (westelijke tak naar Gondrellplatz) en 19 (oostelijke tak naar Effnerplatz) en de lijn in de Barer Straße aanvankelijk door lijn 25, later van door lijn 18. De lijnen in de Lindwurmstrasse, Augustenstrasse en Nymphenburger Strasse en van Neuhausen naar Hanauer Strasse werden gesloten na de opening van de metrolijnen 1 en 8.
De rekruteringsinspanningen werden ook versneld door het feit dat de bovenleidingen zo snel mogelijk werden verwijderd in het geval van in onbruik geraakte lijnen en in sommige gevallen werden ook de sporen verwijderd. Ondanks petities van burgers van München werd lijn 17 in 1983 volledig stopgezet (er werd beweerd dat de lijn parallel liep aan de S-Bahn Hauptbahnhof – Laim). Na deze opheffingen bestond het tramnet uit de lijnen 12, 13, 15/25, 16, 18, 19/29, 20, 25, 26 en 27.
In 1991 werd lijn 16 naar Fürstenried-West en in 1993 lijn 12 en 13 naar Harthof en Hasenbergl door de metro vervangen. Tussen de Stadtwerke en de gemeente was er een gevecht over de tramlijn 26 (Harras – Waldfriedhof/Lorettoplatz), maar het was in feite een parallelle dienst op de metro en bus en werd uiteindelijk in 1993 stopgezet.
Uiteindelijk werd besloten het tramnet gedeeltelijk te handhaven waarbij ook lijn 17 met een gewijzigde route terugkeerde. Ook werd nieuw materieel aangeschaft te vervanging van het verouderde wagenpark. Na jarenlange stagnatie werd het netwerk sinds begin 21e eeuw geleidelijk weer uitgebreid.[1]
Netwerk
bewerkenHet totale netwerk bestaat uit (in 2024) 13 tramlijnen. Hiervan rijden er 10 regulier (lijn 12, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 25 en 27), zijn er 3 versterkingslijnen en 4 nachtlijnen. Daarnaast is er de toeristenlijn E7. Hoewel het netwerk sterk uitgedund is door de bouw van de metro, komen de trams nog steeds in grote delen van de stad maar zijn vooral aanvullend. Tramlijn 25 naar Grünwald is de enige interlokale tramlijn.
Materieel
bewerkenIn München is het gebruikelijk elk nieuw tramtype een opvolgende letter uit het alfabet te geven.
Huidig
bewerken- Type R Van 1994 tot 1997 werden bij Adtranz 70 lagevloertrams van het type Type R aangeschaft: 2101-2170, deze waren driedelig. Van 1999 tot 2001 werden nog eens 20 stuks geleverd: 2201-2220, dan in vierdelige variant met een gewijzigde kopvorm.
- Types S Vanaf 2009 werden van Stadler 14 lagevloertrams van het type Variobahn in dienst gesteld: 2301-2304 en 2311-2320.
- Type T Van 2013 tot zeker 2022 worden van Siemens 124 lagevloertrams van het type Type T afgeleverd: 2801-2808, 2701-2709, 2751-2759, 2501-2504 en 2511-2583. De trams zijn er in tweedelige, driedelige en vierdelige versies. Zij hebben of zullen de wagens van Type P en Type R gaan vervangen.
Historisch
bewerken- Type M Van 1950-1965 kwam het drieassige type M in dienst. Er kwamen in totaal 286 motorwagens voorzien van pantograaf in dienst onderverdeeld in M1-M5 met de wagennummers 764-1049. De 781-1049 werden tussen 1971 en 1975 vernummerd in de series 2301-2379, 2401-2498, 2501-2535 en 2601-2670. Ook kwamen er 246 gelijke bijwagens van het type onderverdeeld in m1-m5 met de wagennummers 1601-1846. Tussen 1971 en 1975 vernummerd in 3201 en 3202, 3301-3393, 3401-3498 en 3501-3545. Er waren meer motor dan bijwagens aangeschaft omdat op de drukke lijn 8 met twee motorwagens en een bijwagen werd gereden. Ook kwamen twee gekoppelde motorwagens voor en een enkele maal een losse motorwagen. De laatste exemplaren gingen in 1998 uit dienst: ze worden daarna alleen voor enkele stadsrondritten ingezet. Een groot aantal wagens werd verkocht aan Boekarest.
- Type P Van 1964 tot 1968 werden bij Rathgeber 44 gelede motorwagens en 40 gelede bijwagens Type P aangeschaft, afgeleid van het type uit Bremen, bestemd voor de drukste lijnen met de wagennummers 2001-2044 en 3001-3040. Normaliter reden de wagens in combinatie van motor en bijwagen en een enkele keer als losse motorwagen. Aangezien vrijwel alle zijn verkocht voor gebruik in Roemenië of zijn gesloopt, zijn er van elk nog drie beschikbaar. Ze worden echter al geruime tijd niet meer ingezet wegens defecten en de werkplaats heeft onvoldoende capaciteit voor reparatie. Ook het aantal bestuurders dat bevoegdheid heeft met deze wagens moet eerst herinstructie krijgen.[2]
- Type R
Drie prototypes type R uit 1990-1991, 2701-2703, werden verkocht aan het trambedrijf van Norrkoping.
Zie ook
bewerken- ↑ Tram - München, geraadpleegd op 2021-07-27.
- ↑ Trams 2022, B.A.Schenk, M.R.van de Toorn, de Alk 2021 blz. 118, ISBN 9 789059 612563