Staatsveiligheid
Staatsveiligheid, of ook wel nationale veiligheid, is de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermde maatregelen tegen deze potentiële oorzaken in een staat.
Inhoud
bewerkenWat er onder staatsveiligheid wordt verstaan is sterk afhankelijk van de cultuur die er in een land heerst en de definitie kan dan ook per land verschillen. In een land met een dictatoriaal regime kan bijvoorbeeld het uiten van een afwijkende mening als schadelijk gezien worden, terwijl dat in een ander land valt onder de vrijheid van meningsuiting.
In enge zin kan het begrip nationale of staatsveiligheid betrekking hebben op de veiligheid van de staatsstructuur met al haar instellingen. In ruime zin kan het betrekking hebben op de veiligheid van een staat met al haar instellingen en burgers, inclusief de openbare orde.
België
bewerkenVlak voor de Tweede Wereldoorlog nam het Belgische parlement de aan wet van 22 maart 1940 betreffende de verdediging van de nationale instellingen.[1] De wet trad in werking op 3 april 1940, vijf weken voor het uitbreken van de oorlog in België.
Met opsluiting en met geldboete van 100 tot 10,000 frank worden gestraft Personen die een groepering, vereniging of organisatie stichten die de vernietiging nastreeft van België's onafhankelijkheid, van de grondwettelijke vrijheden of instellingen van het Belgische volk worden gestraft met opsluiting en met een geldboete van 100 tot 10.000 frank, te vermeerderen met de opdecimes. De personen die deze groepering, vereniging of organisatie leiden of er om het even welke functie in uitoefenen en personen die, wetens en willens, de stichting of de werking ervan bevorderen, worden met dezelfde straffen bestraft (art. 1 Wet 22 maart 1940).
Andere leden die er werkdadig deel van uitmaken en personen die er wetens en willens een vergaderplaats aan verschaffen, worden gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van 50 tot 1.000 frank, opnieuw te vermeerderen met de opdecimes (art. 2 Wet 22 maart 1940).
Personen die individueel propaganda verspreiden die de vernietiging van België's onafhankelijkheid, van de grondwettelijke vrijheden of instellingen van het Belgische volk nastreven, worden gestraft met een gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10.000 frank, opnieuw te vermeerderen met de opdecimes (art. 3 Wet 22 maart 1940).
Personen die zich met politieke propaganda of enige andere politieke bedrijvigheid bezig houdt en daarbij instructies krijgt van een vreemde mogendheid of buitenlandse organisatie, wordt gestraft met een gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10.000 frank, te vermeerderen met de opdecimes (art. 4, §1 Wet 22 maart 1940). Dezelfde straffen gelden voor personen die derwijze in verstandhouding is getreden met een vreemde mogendheid of een buitenlandse organisatie dat hij schade aan de levensbelangen van het land toebrengt (art. 4, §2 Wet 22 maart 1940).
Tevens kan men ontzet worden uit zijn burgerlijke en politieke rechten, al naargelang het misdrijf, voor een periode van vijf jaar tot de levenslange ontzetting (art. 5 Wet 22 maart 1940).
Waarborgen
bewerkenFuncties binnen het staatsbestel waarbij kennis en/of bevoegdheden horen die bij misbruik de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen worden in Nederland vertrouwensfuncties genoemd. Deze mogen alleen worden vervuld door personen die een veiligheidsonderzoek hebben ondergaan, waarna voor hen een verklaring van geen bezwaar (VGB) is afgegeven.
Ook bepaalde informatie van de overheid, de krijgsmacht en van bedrijven en wetenschapsinstellingen op het gebied van bijvoorbeeld de ontwikkeling van wapens, kan de staatsveiligheid in gevaar brengen wanneer deze in verkeerde handen valt. Om dat te voorkomen wordt zulke informatie geclassificeerd (in Nederland: gerubriceerd) en als staatsgeheim aangemerkt.
Veiligheidsdiensten
bewerkenOm de staatsveiligheid te waarborgen hebben veel landen een geheime dienst opgericht die moet waken over de staatsveiligheid en inlichtingen tracht te verkrijgen over op handen zijnde pogingen om deze te ondermijnen. Dit zijn in België en Nederland:
- Dienst voor de Veiligheid van de Staat, de Belgische veiligheidsdienst vanaf 1830
- Binnenlandse Veiligheidsdienst, de Nederlandse veiligheidsdienst van 1949-2002
- Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Nederlandse veiligheidsdienst vanaf 2002
- ↑ wet van 22 maart 1940 aan betreffende de verdediging van de nationale instellingen, Belgisch Staatsblad 24 maart 1940, p. 1503.