[go: up one dir, main page]

René Veenstra

Nederlands socioloog en hoogleraar

René Veenstra (Groningen, 16 oktober 1969) is een Nederlands hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was wetenschappelijk directeur (2014-2023) en is nu bestuurslid van het Interuniversitair Centrum voor Sociaal-Wetenschappelijke Theorie en Methodologie (ICS).[2] Het ICS is een gezamenlijke graduate school van de sociologie-afdelingen van de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Utrecht, de Radboud Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. In 2011 werd hij benoemd tot hoogleraar sociologie. Zijn oratie gaf hij in 2013.[3]

René Veenstra
René Veenstra
Persoonlijke gegevens
Volledige naam David René Veenstra[1]Bewerken op Wikidata
Geboortedatum 16 oktober 1969
Geboorteplaats Groningen
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Academische achtergrond
Alma mater Rijksuniversiteit GroningenBewerken op Wikidata
Promotor Jules Peschar en Tom Snijders
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Sociologie
Universiteit Rijksuniversiteit Groningen
Beroep Hoogleraar
Bekende werken sociaal netwerk, pesten (gedrag), sociale invloed
Website

Biografie

bewerken

Veenstra studeerde in 1994 af in de Onderwijskunde en Algemene Pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1999 promoveerde hij bij Jules Peschar en Tom Snijders op het proefschrift Leerlingen – klassen – scholen: Prestaties en vorderingen van leerlingen in het voortgezet onderwijs.[4] Van 2000 tot en met 2004 werkte hij als postdoc (met Siegwart Lindenberg en Hans Ormel) en als datamanager bij TRAILS (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey).[5]

Hij werkte mee aan enkele onderzoeken in opdracht van het ministerie van Justitie. In 2010 betrof het onderzoek naar de effectiviteit van de terroristenafdeling binnen de penitentiare inrichtingen van Vught en De Schie[6] en in 2019 betrof het onderzoek naar huiselijk geweld.[7]

In 2015 ontving hij van NWO een Vici Beurs voor het onderzoek Anti-bullying programs 2.0: Tailored interventions to minimize bullying. Sinds 2016 gaf hij onder de titel "De pest aan pesten" geregeld een kindercollege over zijn onderzoek.[8]

Veenstra is lid van de stuurgroep van het onderzoeksprogramma GUTS[9] (Growing Up Together in Society), gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met 22 miljoen euro. Dit 10-jarige programma (2023-2032), onder leiding van Eveline Crone, heeft de ambitie om de optimale kansen voor jongeren te onderzoeken, zowel voor zichzelf als voor de huidige en toekomstige samenleving. In GUTS wordt sociaal-netwerkonderzoek gecombineerd met hersenonderzoek.[10]

Onderzoek

bewerken

Veenstra onderzoekt en geeft leiding aan onderzoek naar de sociale ontwikkeling van adolescenten. Deze onderzoekslijn verklaart het menselijk gedrag vanuit een goal-framing benadering[11] en bestudeert sociale normen,[12] sociale invloed[13] en de fijne-schoolparadox.[14] Zijn onderzoeklijn maakt gebruik van verschillende analysetechnieken, inclusief sociale-netwerkanalyse technieken zoals Siena, een programma ontwikkeld door Tom Snijders, de promotor van Veenstra.[15][16][17] Om meer inzicht in de ontwikkeling van gedrag te krijgen, worden longitudinale datasets gebruikt, zoals TRAILS, SNARE,[18] KiVa NL[19] en PRIMS.[20]

Sinds 2005 doet Veenstra onderzoek naar pesten.[21] In 2011 pleitte hij voor het stoppen van de wildgroei van anti-pestprogramma's in scholen, omdat de meeste programma's niet werken of zelfs een averechts effect hebben.[22] In 2018 werkte Veenstra mee aan een onderzoek naar de effectiviteit van tien veelgebruikte anti-pestprogramma's. Daaruit bleek dat PRIMA, KiVa, Taakspel en Alles Kidzzz goed werken. De eerste twee zijn universele programma's waarbij de hele school wordt betrokken. Taakspel is een programma gericht op moeilijke klassen. Alles Kidzzz is een individueel programma voor kinderen met een agressieprobleem. Het onderzoek 'Wat werkt tegen pesten?' werd in een kennisclip uitgelegd.[23] In 2021 pleitte hij, in navolging van de kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer, om scholen te dwingen om pesten aan te pakken.[24]

SNARE (Social Network Analysis of Risk behavior in Early adolescence) is een Nederlandse sociale-netwerkdataset met ongeveer 1800 leerlingen van twee scholen: één in het midden en één in het noorden van Nederland.[25] Longitudinale sociale netwerkstudies met SNARE waren gericht op hoe vrienden elkaar selecteren en beïnvloeden op bijvoorbeeld schoolprestaties,[26] agressie[27][28] en hulpgedrag.[29][30]

KiVa NL

bewerken

KiVa NL is een dataset verzameld om het anti-pestprogramma KiVa in Nederland te evalueren.[31] KiVa is oorspronkelijk een Fins programma en werd ontwikkeld door Christina Salmivalli.[32] De interventie is door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) effectief bevonden bij het voorkomen en oplossen van pesten op basisscholen.[33] KiVa benadrukt de rol van de hele groep bij pesten.[34] Leraren zijn belangrijk voor het geven van lessen aan leerlingen en het doorbreken van de macht die pesters over hun klasgenoten hebben.[35] KiVa NL bevat data van in totaal ongeveer 10.000 leerlingen van 98 scholen. De gegevensverzameling begon in 2012 met een voormeting in klas 2-5. De leerlingen werden gedurende twee jaar elke zes maanden gevolgd, wat resulteerde in vijf metingen. Longitudinale sociale-netwerkstudies met KiVa NL richtten zich op de ontwikkeling van enerzijds daderschap en slachtofferschap van pesten en anderzijds antipathieën,[36] verdedigingsrelaties,[37] vriendschappen[38] en populariteit.[39]

Erkenning

bewerken

In de periode 2007-2011 was Veenstra gasthoogleraar bij de vakgroep psychologie aan de Universiteit van Turku, Finland. Hij was van 2010 tot 2016 redacteur van het Journal of Research on Adolescence. In 2015 werd hij genomineerd voor de Huibregtsenprijs voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek.[40] Hij was een hoofdspreker op het World Anti-Bullying Forum in 2019 en bij het congres van de International Society for the Study of Behavioral Development in 2024.[41] Hij is gekozen als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen[42], de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) en de International Society for the Study of Behavioral Development. In 2022 was hij hoofdspreker in de Martinikerk bij de opening van het Academisch Jaar in Groningen.[43]