[go: up one dir, main page]

Nedersaksenlijn

voorgestelde Nederlandse spoorlijn

De Nedersaksenlijn is een voorgestelde directe spoorverbinding tussen Enschede en Groningen via Emmen. Om deze spoorlijn te realiseren zou een railverbinding tussen Emmen en Stadskanaal moeten worden aangelegd om de spoorlijnen Almelo - Mariënberg en Mariënberg - Emmen te verbinden met Stadskanaal - Zuidbroek. Er wordt gesproken over drie alternatieve tracés, namelijk een rechtstreekse verbinding, een verbinding via Musselkanaal en een verbinding via Ter Apel en Musselkanaal.[1]

Mogelijk verloop Nedersaksenlijn
STR van Groningen
exLSTR+leABZg+r gestippelde lijn langs de Drentsche Hondsrug opgebroken
exLSTRBHF Stadskanaal
exLSTReBHF Stadskanaal Dideldom alternatief A+B+C
exdLSTRev-SHI2gr alternatief C
exdLSTRexdSTRdKBHFxe Musselkanaal alternatief A+B
exdLSTRexdSTRexdABZgl lijn naar Ter Apel Rijksgrens opgebroken
exdLSTRexdSTRexvSHI2gl-d alternatief B
exdLSTRexvSTRexdBHFd Ter Apel alternatief B
exdLSTRexdSTRexvSHI2g+l-d
exdLSTRexv-SHI2g+r
exLKRWlexKRWg+r gestippelde lijn langs de Drentsche Hondsrug opgebroken
KBHFxa Emmen
STR naar Enschede

Voorstanders van de Nedersaksenlijn vinden het belangrijk dat er een directe interregionale spoorverbinding komt tussen de universiteitssteden Enschede en Groningen.[2] Ook zou de spoorlijn als een omleidingsroute kunnen dienen bij verstoring van de drukke spoorlijn Zwolle – Meppel – Groningen.[3]

Geschiedenis

bewerken

Voormalige spoorverbindingen

bewerken

Tussen 1905 en 1946 heeft op een ander tracé al een spoorlijn gelegen tussen Emmen en Stadskanaal. De Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij opende in 1905 een spoorverbinding tussen beide plaatsen via Gasselternijveen. Een directe verbinding van en naar Groningen was er echter niet, er moest kop worden gemaakt te Stadskanaal. Deze lijn werd in 1938-1939 gesloten, maar was tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog toch weer enkele maanden in gebruik. In 1946 werd het centrale gedeelte tussen Weerdinge en Buinen definitief gesloten, zodat er geen railverbinding meer was tussen Emmen en Stadskanaal. Tussen 1947 en 1972 vond nog goederenvervoer plaats op (delen van) de resterende trajecten. Daarna werden die opgebroken.

Onderzoeken

bewerken

In 2016 is een eerste haalbaarheidsonderzoek gedaan door Witteveen+Bos. Hierin werden de kosten op 210 miljoen euro geschat.[4] In 2019 is in opdracht van de provincie Overijssel door Movares een nieuw verkennend onderzoek ("quick scan") uitgevoerd naar realisatie van de Nedersaksenlijn. Uit dit onderzoek bleek dat de aanleg, afhankelijk van het gekozen tracé (er zijn drie mogelijke varianten), een investering van 555 à 675 miljoen euro zou vragen. De hogere kosten worden veroorzaakt door onder meer de noodzakelijke aanleg van onderdoorgangen en viaducten (nieuwe overwegen zijn ongewenst), de aankoop van gronden, de hoger gebleken aanlegkosten van de spoorlijn zelf en de vereiste aanpassingen aan de aansluitende spoorlijnen en emplacementen. De lijn zou volgens deze studie ongeveer 1.700 à 2.300 extra reizigers per (werk)dag trekken.[5][1] Op de winst-en-verliesrekening zou het exploitatietekort per jaar 3,7 à 4,9 miljoen euro bedragen.

Het onderzoek van 2016 ging uit van elektrificatie van de trajecten Almelo – Mariënberg en Emmen – Stadskanaal – Zuidbroek – Groningen, maar volgens het rapport van 2019 zouden de treinen door oplaadbare batterijen of waterstof kunnen worden aangedreven, zodat de aanleg van bovenleiding niet nodig zou zijn.

In een eerder stadium wees de provincie Drenthe de treinverbinding tussen Emmen en Groningen via Stadskanaal van de hand. Een dergelijke lijn zou volgens de Railvisie Drenthe 2040, gepubliceerd in 2010, te weinig reizigers trekken om rendabel te zijn. Op basis van de omvang van het busvervoer van de Qliner tussen Groningen en Emmen dacht de provincie dat een directe railverbinding tussen beide steden parallel aan de N34 (de Hondsruglijn) wel rendabel zou kunnen zijn.[6] Een meerderheid in Provinciale Staten van Drenthe zag in 2017 meer in het verbeteren van de N34 voor het wegverkeer dan in het aanleggen van nieuw spoor.[7]

Eind 2022 neemt de publieke discussie over de Nedersaksenlijn weer toe, naar aanleiding van de verdeling van de 7,5 miljard euro voor de bereikbaarheid van woonwijken.[8] Tweede Kamerlid Stieneke van der Graaf bracht op 28 november 2022 een motie in voor een zelfstandig MIRT-onderzoek naar de Nedersaksenlijn, die unaniem aangenomen is op 6 december 2022.[9][10]

In april 2023 werd bekend dat de Rijksoverheid 85 miljoen euro beschikbaar stelt voor de verlenging van het railtraject tussen Veendam en Stadskanaal,[11] van de totaal benodigde 1,7 miljard.[12]

In november 2024 maakte het kabinet-Schoof bekend dat ze niet verder gaan met volgende stappen (net zoals voor de Lelylijn), met name een MIRT-verkenning, omdat niet voldaan is aan de regel dat hiervoor 75 procent van de kosten van een project gedekt moet zijn.[12]

Zie ook

bewerken