[go: up one dir, main page]

De Mountain Mile is een ongeveer 2,1 km lang deel van de Snaefell Mountain Course op het eiland Man. Het ligt globaal tussen de 27e en de 29e mijlpaal op de A18 Mountain Road tussen Ramsey en Douglas in de parochie Lezayre.

De Mountain Box is op dit kaartje aangeduid als "East Snaefell Gate". De Mountain Mile ligt tussen Guthrie's Memorial en East Snaefell Gate
Kijkend vanaf het "East Mountain Gate" in noordelijke richting, waar de stad Ramsey en Ramsey Bay nog net te zien zijn.
East (Snaefell) Mountain Gate

De A18 werd halverwege de 19e eeuw aangelegd. Daarvoor moesten een aantal schaapspoorten worden gebouwd, zoals het "East Mountain Gate", het "Beinn-y-Phott Gate" en "Keppel Gate". Het gedeelte tussen Keppel Gate en Park Lewellyn (North Barrule) is een product van de Disaforesting Commission van 1860. Voor de Isle of Man TT van 1934 werden er veranderingen aangebracht, waaronder het verwijderen van het "East Snaefell sheep-gate".

De Snaefell Mountain Course wordt gebruikt voor de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix. De Mountain Mile maakte ook deel uit van de Highroads Course en de Four Inch Course, die gebruikt werden voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy van 1904 tot 1922.

De Mountain Mile begint ongeveer bij Guthrie's Memorial en omvat het voormalige "East Snaefell sheep-gate" en de tegenwoordige markante punten Mountain Box en East (Snaefell) Mountain Gate.

Circuitverloop

bewerken

27e mijlpaal

bewerken

Als de coureurs de rechter bocht bij Guthrie's Memorial verlaten volgt een snelle linker bocht die geen naam heeft. Deze bocht is altijd vrijwel volgas geweest voor de coureurs. Hierna volgt een kort recht stuk waar de 27e mijlpaal van de Mountain Course staat. Hier werkte May Kneale al in de late jaren twintig, mogelijk als marshal (dan zou ze de eerste vrouwelijke marshal zijn geweest), maar omdat ze verpleegster was stond ze hier misschien ook wel om eerste hulp te verlenen als het nodig was. Het moet in elk geval een kille, eenzame werkplek zijn geweest, minstens vijf kilometer van de bewoonde wereld, en het was dan ook moeilijk om marshals te vinden die bereid waren op de Mountain Section te werken. Weinig mensen hadden een eigen vervoermiddel in die tijd en men moest er al vanaf 's ochtends half vijf gaan staan.

Milligan's Bridge

bewerken

De volgende bocht naar rechts wordt soms wel Milligan's Bridge genoemd. Hij gaat zelfs over twee stenen bruggetjes, die alleen zijn aangelegd om het dooi- en regenwater van de North Barrule onder de A18 door te geleiden. Ook dit is een snelle bocht, bijna volgas. Mick Grant vond het een van de belangrijkste bochten van het circuit, omdat de snelheid hier bepalend is voor de volgende kilometers. De weg stijgt hier nog steeds en op de komende kilometers wordt alleen nog maar gas gegeven.

Mountain Mile en 28e mijlpaal

bewerken

De Mountain Mile heeft eigenlijk geen markante punten. Het is een volgas gedeelte van het circuit, waardoor er weleens rijders stilvallen doordat ze hun machines overbelasten. Daarom zijn er al vanaf Guthrie's Memorial hier en daar kleine steigers gebouwd zodat marshals wat hoger staan om te kunnen overzien of er iets gebeurt. Het is het enige gedeelte van de Mountain Course waarvan coureurs weleens zeggen dat ze even op adem kunnen komen. Tegenwoordig kunnen ze dan ook wegduiken achter hun stroomlijnkuip, maar tot de jaren vijftig waren ze overgeleverd aan de harde wind die tussen de North Barrule en de Beinn-y-Phott door waait. Harold Daniell kon er in de jaren dertig al 135 km/h halen, maar hij kon niet opschakelen naar de hoogste versnelling door de tegenwind. De berg met zijn stijging en tegenwind haalt de gemiddelde snelheid van de coureurs, die tot aan Ramsey op 225 km/h ligt, naar beneden tot ca. 209 km/h. Zijspancoureur Dave Molyneux stelde zijn motor altijd af op 15.000 tpm, die hij ook haalde op Sulby Straight, maar op de Mountain Mile kwam de motor niet verder dan 13.000 tpm. De Mountain Mile maakt nog een flauwe bocht naar rechts richting de Mountain Box. Kort vóór die bocht staat de 28e mijlpaal van de Mountain Course.

Three-Quarter distance marker, Mountain Box en East Mountain Gate

bewerken

Vlak voor het bereiken van de volgende bocht passeren de coureurs de Three-Quarter distance marker, 28,3 mijl of 45,6 kilometer na de start. In die volgende bocht stond al in de beginjaren een telefooncel, waardoor dit punt de naam Mountain Box kreeg, maar soms refereerde men er ook aan de schaapspoort die toen nog dwars over de A18 stond, de East Mountain Gate of East Snaefell Gate. Het hek staat nu in een zijpad (Greenway Raod), dat voetgangers de gelegenheid biedt naar het stuwmeer Sulby Reservoir of de berg Snaefell te wandelen en de telefooncel is vervangen door een stenen marshal shelter. In de jaren dertig reden de coureurs hier nog ongeveer 110 km/h in de derde versnelling. Met de moderne, veel sterkere motoren rijden veel coureurs al in de vierde versnelling en de snelsten schakelen zelfs nog op. Na de bocht bij het hek volgen er nog twee en veelvoudig winnaar John McGuinness zegt dat hij "through time and experience" heeft geleerd ze als één bocht te nemen.

Gebeurtenissen op de Mountain Mile

bewerken
John "Jack" Cooke:
  • Vooral de dood van John "Jack" Cooke in 1927 was een voorbeeld van de slechte bereikbaarheid van de hele Mountain Section. Hij viel om half elf 's ochtends, maar lag bewusteloos op de weg, niet opgemerkt door de marshals. Een andere rijder, Leonard Higson, stopte en trok hem naar de berm. Daarna reed hij door tot hij enkele toeschouwers kon vertellen over het ongeluk en reed toen door naar de Bungalow waar de eerste marshals stonden. Van daaruit ging een groep toeschouwers, waaronder twee artsen en een verpleegster, met een draagbaar en verbandmiddelen onderweg naar Cooke. Ze moeten ten minste drie kilometer hebben gelopen om Cooke te bereiken. Het toegestroomde publiek werd intussen kwaad omdat er maar geen medische hulp kwam. Bij het Creg-ny-Baa Hotel had dr. Rentoul dienst. Hij werd telefonisch op de hoogte gebracht en ging per auto via binnenwegen naar de Bungalow en vandaar uit te voet verder. Onderweg kwam hij de groep verplegers met Cooke op de draagbaar tegen. Cooke werd vanaf de Bungalow met de Snaefell Mountain Railway naar Laxey gebracht en van daaruit met een ambulance naar Nobles Hospital in Douglas. Hij arriveerde daar pas om half drie 's middags, vier uur na zijn ongeval. Later op de dag overleed hij aan zijn verwondingen.
  • Suzuki wilde in 1967 dat Yoshimi Katayama de 50 cc TT won. Katayama moest onderweg echter bougies wisselen en zijn teamgenoten Hans Georg Anscheidt en Stuart Graham reden zo traag mogelijk om Katayama weer vooraan te krijgen. Dat lukte: bij Ramsey sloot Katayama aan en ging weer op kop rijden. Op de Mountain Mile keek hij echter achterom naar zijn teamgenoten en hij nam een bocht te ruim, waardoor hij in een greppel terechtkwam en zichzelf uitschakelde.