[go: up one dir, main page]

Johnny Hoes

Nederlands zanger en muziekproducent (1917–2011)

Johannes Andreas (Johnny) Hoes (Rotterdam, 19 april 1917Weert, 23 juli 2011) was een Nederlands zanger, producer en componist-tekstschrijver. Zijn plaat Och, was ik maar bij moeder thuis gebleven staat met 450.000 exemplaren te boek als de bestverkochte Nederlandstalige single aller tijden.

Johnny Hoes
Johnny Hoes (1969)
Johnny Hoes (1969)
Algemene informatie
Volledige naam Johannes Andreas Hoes
Geboren Rotterdam
19 april 1917
Geboorteplaats RotterdamBewerken op Wikidata
Overleden Weert
23 juli 2011
Overlijdensplaats WeertBewerken op Wikidata
Land Vlag van Nederland Nederland
Werk
Genre(s) Levenslied, Smartlap
Instrument(en) Gitaar
Label(s) Telstar
Officiële website
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Johnny Hoes staat wel bekend als De koning van de smartlap en was de man achter duizenden meezingers, smartlappen, carnavalskrakers en levensliederen. Andere grote hits waren De smokkelaar, Dat is het einde en Friet met mayonaise (1974).

Sinds de jaren 1960 was hij actief in het Limburgse Weert met zijn eigen opnamestudio en platenmaatschappij. Hij woonde sinds 1983 in het Belgische Knokke.

Biografie

bewerken

Hoes groeide op in Katendrecht als zoon van een Nederlandse zeeman. Zijn moeder was Belgische. Hij volgde de HBS en speelde covers met The Four Dutch Serenaders, waar ook de vader van Joke Bruijs deel van uitmaakte.[1][2] Bij de Duitse aanval op Nederland in 1940 lag hij als gemobiliseerd sergeant in de buurt van Tungelroy waar hij zijn latere echtgenote leerde kennen. Hij bleef daar gedurende de oorlogsjaren en trad er na de bevrijding in 1944 op voor Amerikaanse militairen.

Hoes speelde eind jaren 1940 in het voorprogramma van Bobbejaan Schoepen. Hij werkte tussen 1952 en 1963 bij Phonogram, maar vanaf 1964 produceerde hij voor zijn eigen platenmaatschappij Telstar. Johnny Hoes bracht behalve als solist (soms als Andy Field) ook met anderen platen uit: De Twee Jantjes, Johnny & Caesarine, Johnny Hoes & Ria Roda, Johnny & Mary en Thomas Berge. Bekende artiesten als De Alpenzusjes, de Zangeres Zonder Naam, De Wilmari's, Eddy Wally, de Heikrekels, Normaal, Doe Maar, the Classics, Henk Wijngaard en the Walkers werden door hem ontdekt en brachten platen uit onder zijn label. Daarnaast was hij de producent van de wereldhit De vogeltjesdans. Sinds 2003 hebben zijn zonen Adri-Jan Hoes en Johnny Hoes junior de leiding over Telstar.

In de jaren zestig en zeventig bracht Hoes een radioprogramma bij de KRO en voor de VARA een eigen televisieshow onder de naam Met een lach en een traan. Hij bleef tot op zeer hoge leeftijd actief; in januari 2011 nam hij zijn laatste plaat op, het lied How do you do in een duet met Stef Ekkel.

In juli 2011 kreeg Hoes een ernstig hartinfarct, waarna hij werd opgenomen in het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Na een dotterbehandeling werd hij op 22 juli 2011 overgebracht naar het St. Jans Gasthuis in Weert, waar hij een dag later op 94-jarige leeftijd overleed.[3][4][5] Honderden mensen brachten hem een laatste groet in de Telstar studio's in Weert. In Heeze is hij gecremeerd.[6]

Discografie

bewerken
Album met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Album Top 100 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Zijn allergrootste hits 2011 06-08-2011 47 4 Verzamelalbum

Singles

bewerken
Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Platennieuws
Och was ik maar (bij moeder thuis gebleven) 1961 19-05-1961 1 35 Dubbel platina met 5 diamanten
(In het café van) Blonde Greetje 1961 01-10-1961 24 12
Sneeuwwitte boezem 1961 01-11-1961 10 20 als Rio Jim en Jukebox Johnny
Daar mag je alleen maar naar kijken 1962 27-04-1962 8 3
Vader waar is moeder gebleven 1962 01-06-1962 10 20
Ik geef 'n dikke 1962 01-08-1962 24 4
Bleib' heute abend bei mir / Blijf toch vanavond bij mij 1962 01-10-1962 16 12 met Caeserine Hoes
Oh la la Louise 1962 01-12-1962 26 4
Hoempa, hoempa 1964 02-05-1964 16 12
Top 40
De voddenraper van Parijs 1965 13-02-1965 40 1 als Johnny & Mary
Dat is 't einde 1965 12-06-1965 11 22
Feyenoord polonaise 1965 18-09-1965 24 4
Ard en Keessie 1966 05-03-1966 29 5 met Het Heya Heya Koor
Waar we heengaan... Jelle zal wel zien 1967 28-01-1967 7 6 #7 in de Parool Top 20
En we drinken tot we zinken 1969 22-02-1969 32 1
Mijn Mollie 1970 10-01-1970 tip20 -
Maar bij mijn moeder thuis 1973 09-06-1973 tip6 -
Friet met mayonaise 1974 28-09-1974 tip5 -
Bier bier bier 1978 07-01-1978 tip22 - met Normaal
Jantjes gitaar 2005 - met Thomas Berge / #68 in de Single Top 100
De smokkelaar 2009 - met Stef Ekkel / #11 in de Single Top 100
Single met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 50 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
De dertigste mei 1955 01-04-1955 20 4
Rik Van Looy 1958 01-09-1958 16 4
Och was ik maar bij moeder thuis gebleven 1961 01-07-1961 1(2wk) 24
Daar mag je alleen maar naar kijken! 1962 01-03-1962 11 12
Vader, waar is moeder gebleven 1962 01-05-1962 9 4
En we drinken tot we zinken! 1969 01-03-1969 18 3 met De Feestneuzen
  • In het Neroalbum Het Lodderhoofd (1960) loopt Madam Pheip Meneer Pheip weer tegen het lijf nadat hij haar enkele pagina's eerder alleen aan het vliegveld achterliet. Ze neemt meteen wraak en dwingt hem met haar mee te gaan. Meneer Pheip begint spontaan "Och, was ik maar bij moeder thuisgebleven..." te zingen (strook 123). Het lied stond, toen het verhaal in de krant liep, in de hitlijsten.
  • Zijn hit Och, was ik maar bij moeder thuisgebleven, was oorspronkelijk een liedje in het Venloos dialect, Och waas ik maar beej mooder thoës gebleve, geschreven door Frans Boermans en Thuur Luxembourg.[7]
  • De single Jelle zal wel zien uit 1967 is een bewerking door Wim Kan van Yellow submarine (1966) van The Beatles. De Jelle van Wim Kan was Jelle Zijlstra, bij Johnny Hoes was hij een buschauffeur.
  • Johnny Hoes:Een lach en een traan, Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen, 2004. ISBN 90-204-0545-4
bewerken