Gaspare Spontini
Gaspare Luigi Pacifico Spontini (Maiolati bij Jesi, 14 november 1774 - aldaar, 24 januari 1851) was een Italiaans operacomponist.
Gaspare Spontini | ||||
---|---|---|---|---|
Gaspare Spontini schilderij van Franz Krüger (1797–1857)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Gaspare Luigi Pacifico Spontini | |||
Geboren | 14 november 1774 | |||
Geboorteplaats | Maiolati Spontini | |||
Overleden | 24 januari 1851 | |||
Overlijdensplaats | Maiolati Spontini | |||
Land | Italië | |||
Werk | ||||
Genre(s) | Klassiek | |||
Beroep | Componist, muziekpedagoog | |||
(en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) IMDb-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
Handtekening | ||||
|
Levensloop
bewerkenSpontini was door zijn familie voorbestemd om geestelijke te worden, maar hij vluchtte naar Napels en volgde daar een conservatoriumopleiding. Hij had in Italië vervolgens een vrij succesvolle maar niet al te opvallende carrière als operacomponist.
Toen besloot hij zich in Frankrijk te vestigen, waar hij met zijn opéras comiques aanvankelijk niet bijzonder succesvol was. Hij deed zijn best zich aan de Franse smaak aan te passen door een grotere expressie in zijn melodieën, een grotere rijkdom in zijn harmonieën en een boeiender orkestratie toe te passen.
Tot volle wasdom kwam zijn talent in de grote opera La vestale uit 1807 over een klassiek onderwerp, de Vestaalse maagden. Gesteund door keizerin Joséphine behaalde La vestale een enorm succes in Parijs en de rest van Europa, maar daardoor haalde hij zich wel de haat van andere componisten in Parijs op de hals.
Dankzij de bescherming van Napoleon werd in 1809 Fernand Cortez op de planken gebracht, die Spontini eveneens een triomf bezorgde. De opera Olympie uit 1819 was aanvankelijk minder succesvol, maar in een revisie behaalde hij in 1826 alsnog een groot succes.
Door zijn moeilijke, heerszuchtige karakter creëerde hij steeds meer vijanden, en in 1819 verliet hij Parijs om in dienst te treden van koning Frederik Willem III van Pruisen. Hij leidde de opera van Berlijn, maar ook hier kreeg hij het steeds moeilijker, vooral toen het succes van Der Freischütz van Carl Maria von Weber zijn werken overschaduwde.
De koning bleef hem steunen, maar diens overlijden in 1840 betekende in feite het einde van Spontini's loopbaan. Hij vestigde zich weer in Frankrijk, waar hij in 1838 al tot lid van het Institut de France was benoemd.
Spontini overleefde zijn roem ruimschoots, al heeft Hector Berlioz, die hem zeer bewonderde, nog veel moeite gedaan om zijn werken op te voeren en te promoten. De publieke smaak was sterk veranderd, eerst in de richting van Gioacchino Rossini, later in die van Meyerbeer.
Spontini's roem berustte voornamelijk op de genoemde Franse opera's, die hem tot een van de belangrijkste operacomponisten van zijn tijd maakten, en die wel als voorlopers van de grand opéra worden gezien. De opera Les Troyens van Berlioz is zonder Spontini niet denkbaar, en ook Richard Wagner werd door hem beïnvloed.
Composities
bewerkenOpera's
bewerkenVoltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1796 | Li puntigli delle donne | 2 aktes | carnaval 1796, Rome, Pallacorda di firenze | |
1797 | Adelina Senese o sia l'Amore secreto | 2 aktes | 10 oktober 1797, Venetië, Teatro S. Samuele | Giovanni Bertati, «La principessa d'Amalfi» |
1797-1798 | Il finto pittore | 1797/1798 (?) Rome; 1800 Palermo, Teatro S. Cecilia | ||
1798 | L’eroismo ridicolo | 1 akte | carnaval 1798, Napels, Teatro Nuovo sopra Toledo | D. Piccinni |
1798 | Il Teseo riconosciuto | 2 aktes | 22 mei 1798, Florence, Regio Teatro degli Intrepidi | Cosimo Giotti |
1799 | La finta filosofa | 2 aktes | 1 juli 1799, Napels, Teatro Nuovo | D. Piccinni |
1800 | La fuga in maschera | 2 aktes | carnaval, 1800, Napels, Teatro Nuovo | G. Palomba |
1800 | I quadri parlanti | 1800, Palermo, Teatro S. Cecilia | ||
1800 | Gli Elisi delusi | 2 aktes | 28 augustus 1800, Palermo, Teatro S. Cecilia | M. Monti |
1801 | Gli amanti in cimento o sia Il geloso audace | 2 aktes | 3 november 1801, Rome, Teatro Valle | Giovanni Bertati |
1802 | Le metamorfosi di Pasquale o sia Tutto è illusione nel mondo | 1 akte | carnaval 1802, Venetië, Teatro Giustiniani in S. Moisè | Giuseppe Foppa |
1804 | La petite maison | 3 aktes | 12 mei 1804, Parijs, Opéra Comique, Théâtre Feydeau | Joseph Marie Armand Michel Dieulafoy en N. Gersin |
1804 | Milton | 1 akte | 27 november 1804, Parijs, Opéra Comique, Salle Favart | Victor-Joseph Étienne de Jouy en Joseph Marie Armand Michel Dieulafoy |
1805 | Julie, ou le Pot de fleurs | 1 akte | 12 maart 1805, Parijs, Opéra Comique, Salle Favart | Antoine Gabriel Jars |
1805 | La vestale | 3 aktes | 15 december 1807, Parijs, Grand Opéra Garnier, in Franse taal; 26 december 1824, Milaan, Teatro alla Scala, in Italiaanse taal |
Victor-Joseph Étienne de Jouy, naar Johann Joachim Winckelmann, «Monumenti antichi inediti», (1767) |
1809 | Fernand Cortez ou La Conquête de Mexique; 3e versie: Fernand Cortez oder Die Eroberung von Mexiko |
3 aktes | 28 november 1809, Parijs, Grand Opéra Garnier; 2e versie: 28 mei 1817, Parijs, Opéra Garnier; 3e versie: 6 april 1824, Berlijn, Königliches Opernhaus; 4e versie: 26 februari 1832, Berlijn, Königliches Opernhaus |
Victor-Joseph Etienne de Jouy en Joseph-Alphonse d'Esménard, naar Alexis Piron; 2e versie: gereviseerd van Victor-Joseph Etienne de Jouy; 3e versie: gereviseerd van Marie-Emmanuel-Guillaume Théaulon de Lambert, vertaling van J. C. May; 4e versie: gereviseerd van K. von Lichtenstein |
1814 | Pélage, ou le Roi et la paix | 2 aktes | 23 augustus 1814, Parijs, Opéra Garnier | Victor-Joseph Etienne de Jouy |
1816 | Les Dieux rivaux ou Les Fêtes de Cythère; (samen met: Rudolphe Kreutzer, Louis-Luc Loiseau de Persuis en Henri Montan Berton) |
1 akte | 21 juni 1816, Parijs, Opéra Garnier | Joseph Marie Armand Michel Dieulafoy en Charles Brifaut |
1819 | Olympie; 2e versie als: Olympia; 3e versie weer als: Olympie |
3 aktes | 22 december 1819, Parijs, Grand Opéra Garnier; 2e versie: 14 mei 1821, Berlijn, Königliches Opernhaus; 3e versie: 28 februari 1826, Parijs, Opéra Garnier |
Joseph Marie Armand Michel Dieulafoy en Charles Brifaut, naar Voltaire; 2e versie: gereviseerd van Ernst Theodor Amadeus Hoffmann |
1822 | Nurmahal, oder das Rosenfest von Caschmir | 2 aktes | 27 mei 1822, Berlijn, Königliches Opernhaus | Carl Alexander Herklots, naar T. Moore, «Lalla Rookh» |
1825 | Alcidor | 3 aktes | 23 mei 1825, Berlijn, Königliches Opernhaus; ter gelegenheid van het huwelijk van prins Frederik der Nederlanden met prinses Louise van Pruisen |
Marie-Emmanuel-Guillaume Théaulon de Lambert en C. Nutty, naar Rochon de Chabannes; Duitse vertaling: Carl Alexander Herklots |
1829 | Agnes von Hohenstaufen | 2 aktes | 28 mei 1827, Berlijn, Königliches Opernhaus | Salomo Benjamin Ernst Raupach |
Feestspel
bewerken- 1821 Lalla Rûkh, libretto: C. Bruehl, naar T. Moore, «Lalla Rookh» - première: 27 januari 1821, Berlijn, Königliches Schloß
Werken voor harmonieorkest
bewerkenBibliografie
bewerken- Luciano Alberti: Un nodo nella fortuna critica spontiniana, Chigiana. 11 (1976), S. 11-16.
- Marino Anesa: Dizionario della musica italiana per banda e gruppi di fiati - Biografie dei compositori e catalogo delle opere dal 1800 ad oggi, 1997, 519 p.
- Adriano Bassi: Gaspare Spontini e la riforma della musica di chiesa, Rivista Internazionale di Musica Sacra 15:271+ N3-4 1994
- Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
- Francis Claudon: Dictionnaire de l'opéra-comique français, Paris: Peter Lang, 1995, 531 p., ISBN 978-3906753423
- W. Dobner: Psychologisierende Ausstattungsoper : Spontinis Vestalin an der Scala, Österreichische Musikzeitschrift 49:146-8 N2 1994
- Sieghart Döhring: Spontinis Berliner Opern, Studien zur Musikgeschichte Berlins im frühen 19. Jahrhundert., Regensburg 1980. S. 469-489.
- B. Donin-Janz: "La vestale" di Gaspare Spontini, Rassegna Musicale Curci Quadrimestrale 47:20-25 N2 1994
- B. Donin-Janz, Bernhard Janz: Auf dem Weg zu einer Spontini-Renaissance? ein Gespräch mit Riccardo Muti und Alberto Zedda, Musica 48:143-7 N3 1994
- Theodore Fenner: Italian Opera : the Operas, in: Opera in London : views of the press 1785-1830, Carbondale, Illinois: Southern Illinois University Press, 1994, 788 p., ISBN 978-0-80931-912-1
- Paolo Fragapane: Spontini, Bologna: 1954, Reprint: Firenze: Sansoni 1983. VII, 466 S.
- Ingrid Hermann: Gaspare Spontini : Porträt. Französische Schule, Musik & Bildung 18:682 Jul-Aug 1986
- Phillip Hodson: Who's who in Wagner - An a to Z look at his life and work, New York: Macmillan, 1984, 182 p.
- Theodore van Houten: Le jour de gloire est arrive!, Franse Revolutie in 1789, Mens En Melodie 44:274+ May 1989
- F. van der Kooij: Ein Streifzug durch Tante Caecilias Kolonialwarenladen, Dissonanz/dissonance N32:7 May 1992
- Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
- Roberto Leydi, Marino Anesa: Dizionario della musica italiana per banda - Biografie dei compositori e catalogo delle opere dal 1800 al 1945, 1993, 514 p.
- Dennis Libby: Spontini's early French operas, Musical Times, 117 (1976), S. 23-24.
- Albert van der Linden: Notes de Madame Gaspare Spontini sur la vie et l'oeuvre de son man, Revue Belge de Musicologie. Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap. 28/29/30 (1974/76), S. 222-237.
- Friedrich Lippmann: "Casta diva" La preghiera nell'opera italiana della prima meta dell'Ottocento, Recercare 2:174+ 1990
- Franco Mannino, Giuseppe Triggiani: Il melodramma nel mondo 1597-1987, Bari: Levante Editori-Bari, 1988, 378 p.
- Norbert Miller: Der musikalische Freiheitskrieg gegen Gaspare Spontini. Berliner Opernstreit zur Zeit Friedrich Wilhelms III., Preussen - Dein Spree-Athen. Hamburg 1981. S. 200-227.
- Jeffrey James Moore: Gaspare Spontini's "Ballo marziale" for military band - An introduction and transcription for modern band, Kansas (Lawrence). 1984. dissertation.
- Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
- Anno Mungen: Richard Wagners "grauenvolle Sympathie" für Spontini : Deutungsversuch einer erfindungsreichen Studie Wagners, Musikforschung, Die 48:270-82 N3 1995
- W. Notz: Neues zum Briefwechsel zwischen Constanze Mozart und dem Ehepaar Spontini, Mitteilungen der Internationalen Stiftung Mozarteum 40:163+ N1-4 1992
- Werner Oehlmann: Oper in vier Jahrhunderten, Stuttgart: Belser Verlag, 1984, 864 p., ISBN 978-3763090297
- Karch Pal: Pest-Buda katonazeneje 1848-Ban, Budapest: Kozzeteszi az MTA Zenetudomanyi Intezet, 1983
- Gérard Pinsart: Ces musiciens qui ont fait la musique. Autographes et manuscrits musicaux du 16e au 20e siècle, catalogue d'exposition, (Musée Royal de Mariemont du 26 octobre 1985 au 31 mars 1986) , Morlanwelz, Musée Royal de Mariemont, 1985-86, 251 p.
- Spire Pitou: The Paris opera. - An encyclopedia of operas, ballets, composers, and performers; growth and grandeur, 1815-1914, New York: Greenwood Press, 1990, 1608 p., ISBN 978-0-313-26218-0
- Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; A-L, New York: Greenwood Press, 1990, 816 p., ISBN 978-0-313-27782-5
- Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; M-Z, New York: Greenwood Press, 1990, 768 p., ISBN 978-0-313-27783-2
- F. Refrigeri, F. Bruni: Musiche le tre ore di agonia di N.S.G.C. Nuove fonti per lo studio della funzione del Venerdi santo in Italia, Nuova Rivista Musicale Italiana 28:503 N3 1994
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
- Walter Salmen, Gabriele Busch-Salmen: Musiker im Porträt, München: C. H. Beck, 1982-1984, 5 Bände p. (I. "Von der Spätantike bis 1600", 1982., 200 S.: ISBN 3-406-08450-8; II. "Das 17. Jahrhundert", 1983., 184 S.: ISBN 3-406-08451-6; III. "Das 18. Jahrhundert", 1983., 186 S.: ISBN 3-406-08452-4; IV. "Das 19. Jahrhundert", 1983., 187 S.: ISBN 3-406-08453-2; V. "Das 20. Jahrhundert", 1984., 191 S.: ISBN 3-406-08454-0)
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene. Die Geschichte des Musiktheaters - Band 1: Von den Anfängen bis zur Französischen Revolution, Bärenreiter-Verlag, Kassel 1988, ISBN 3-7618-0899-2
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene. Die Geschichte des Musiktheaters - Band 2: Das 19. Jahrhundert, Bärenreiter Verlag, Kassel 1991, ISBN 3-7618-1028-8
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene. Die Geschichte des Musiktheaters - Band 3: Das 20. Jahrhundert. Teil 1: Von Verdi und Wagner bis zum Faschismus, Bärenreiter Verlag, Kassel 2000, ISBN 3-7618-14364
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene. Die Geschichte des Musiktheaters - Band 3: Das 20. Jahrhundert. Teil 2: Deutsche und italienische Oper nach 1945, Frankreich und Großbritannien, Bärenreiter Verlag, Kassel 2005, ISBN 3-7618-14372
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene. Die Geschichte des Musiktheaters - Band 3: Das 20. Jahrhundert, Teil 3: Ost- und Nordeuropa, Nebenstränge am Hauptweg, Interkontinentale Verbreitung, Bärenreiter Verlag, Kassel 2006, ISBN 3-7618-18599
- Karl Schubert: Spontinis italienische Schule, 2. Aufl., Collection d'etudes Musicologiques; 4, Nachdruck der 1. Aufl. Strassburg 1932, Baden-Baden: Korner 1983. 221 S.
- Piero Sonti: Repertorio di musica sinfonica - Gli autori, le composizioni dal Seicento a oggi, Ricordi, 2001, 1060 p., ISBN 978-8809022553
- Enrico Stinchelli: I grandi direttori d'orchestra, Rome: Gremese Editore, 1987
- Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
- Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
- Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. eränzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
- Julien Tiersot: Victor Hugo musicien, Revue Musicale, la N378:18-20 1985
- Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 1. Teil - Eine historische Plauderei zwischen Regimentsmusiken und Trompeterkorps rund um die deutsche Marschmusik, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 213 S.
- Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 2. Teil - Sammlung und Dokumentation, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 1977, 161 S.
- Joachim Toeche-Mittler: Armeemärsche, 3. Teil - die Geschichte unserer Marschmusik, 2. Auflage, Neckargmünd, Kurt Vowinckel Verlag, 1977,
- Margot Wetzstein: Musikerbriefe aus vier Jahrhunderten : alles endet was entstehet, Mainz: Schott, 1987, 256 p.
- Rein A. Zondergeld: Wie ein Bild von Jacques-Louis David : Scala-Eroffnung mit Spontinis "La Vestale", Musica 48:88 N2 1994
- Michelangelo Zurletti: La direzione d'orchestra : grandi direttori di ieri e di oggi, Firenze: Ricordi, 1985
Externe links
bewerken- (it) /(en) /(es) Fondazione Pergolesi Spontini, Jesi
- (de) Premières van Spontini's opera's