Fred Zinner

Zinner nam in 1924 op de vijfkamp deel aan de Olympische Spelen van Parijs. Hij werd vijfentwintigste. Twee jaar later werd hij voor het eerst Belgisch kampioen op de 200 m. Het jaar nadien werd hij kampioen in de vijfkamp.

Zinner nam in 1928 op de 100 m, het discuswerpen, waar hij Belgisch kampioen in was geworden, en de 4 x 100 m estafette deel aan de Olympische Spelen van Amsterdam. Hij werd telkens uitgeschakeld in de eerste ronde.

Tussen 1929 en 1931 behaalde Zinner drie opeenvolgende Belgische titels op de tienkamp. In 1929 met een Belgisch record.

Zinner was aangesloten bij FC Luik.

• 1926: 2   BK AC
• 1928: 3e in reeks OS in Amsterdam

• 1926: 1   BK AC – 22,6 s
• 1929: 3   BK AC

• 1928: 3e in ½ fin. OS in Amsterdam

• 1922: 3   BK AC – 33,42 m
• 1923: 2   BK AC – 33,20 m
• 1927: 3   BK AC – 34,90 m
• 1928: 1   BK AC – 37,39 m
• 1928: 32e op OS in Amsterdam – 34,35 m
• 1929: 2   BK AC – 35,57 m
• 1935: 3   BK AC – 36,12 m
• 1936: 3   BK AC – 36,28 m

• 1924: 2   BK AC – 6,41 m
• 1931: 3   BK AC – 6,28 m

• 1925: 3   BK AC – 42,73 m
• 1926: 3   BK AC – 44,40 m

• 1929: 2   BK AC – 12,21 m

• 1936: 2   BK AC – 12,48 m

• 1924: 25e op OS in Parijs – 72 p (3 events)
• 1927: 1   BK AC – 2915,23 p

• 1928: 2   BK AC – 5461,245 p
• 1929: 1   BK AC – 6002,72 p (NR)
• 1930: 1   BK AC – 5614,29 p
• 1931: 1   BK AC – 5917,78 p
• 1934: 3   BK AC – 5418,50 p
• 1935: 2   BK AC – 5595,650 p