Amandelwolfsmelk
Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides) is een plant uit de wolfsmelkfamilie. De soort staat op de Nederlandse en Vlaamse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel tot iets in aantal toegenomen.
Amandelwolfsmelk | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Euphorbia amygdaloides L. (1753) | |||||||||||||||||||
Amandelwolfsmelk, habitus | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Amandelwolfsmelk op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De plant wordt ook gebruikt in siertuinen.
Botanische beschrijving
bewerkenDe wintergroene plant wordt 10-100 cm lang en heeft een tweejarige bloeistengel. In het eerste jaar zit aan de top van de vaak paarsrode bloeistengel een bladrozet. In het tweede jaar zit aan de bloeistengel in of onder het midden een aantal dicht bij elkaar staande bladeren. De twee schutbladen onder de bloemen zijn met elkaar vergroeid. De halvemaanvormige honingklieren met twee hoorntjes staan op de rand van het involucrum. Amandelwolfsmelk bloeit van april tot in mei met geelgroene bloemen. De vrucht is een kluisvrucht met bijna gladde zaden.
Voorkomen
bewerkenAmandelwolfsmelk komt voor in vrij open loofbos op vochtige, kalkrijke grond. De plant komt voor in Europa en Klein-Azië. In Nederland onder andere op de oostelijke Maasdalhelling in Zuid-Limburg.[1]
Economisch belang
bewerkenIn de tuin kan men deze plant het beste in de halfschaduw zetten in humusrijke grond. Vooral ook om meeldauw te voorkomen, waar deze plant vatbaar voor is. Een ras dat algemeen in tuincentra wordt aangeboden is E. amygdaloides 'Purpura' met meer rode bladeren dan de soort.
Plantengemeenschap
bewerkenAmandelwolfsmelk is een kensoort voor het eiken-haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum).
Heksenkruid
bewerkenDe plant behoort tot de zogenaamde heksenkruiden