[go: up one dir, main page]

Draaiden

soort uit de sectie Pinus sect. Banksia

De draaiden (Pinus contorta) is een groenblijvende conifeer uit de dennenfamilie (Pinaceae). Het is een veel voorkomende boom in het westen van de Verenigde Staten en Canada. In het Engels staat de soort onder meer bekend als lodgepole pine, shore pin, twisted pine en contorta pine. Pinus contorta telt vier geografisch afgebakende ondersoorten.

Draaiden
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2011)
Draaiden
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Naaktzadigen
Orde:Coniferales
Familie:Pinaceae
Geslacht:Pinus (Den)
Soort
Pinus contorta
Douglas
Verspreidingsgebied van de ondersoorten van de draaiden:
Pinus contorta subsp. bolanderi [niet aangeduid]
Pinus contorta subsp. contorta (kustdraaiden)
Pinus contorta subsp. latifolia (bergdraaiden)
Pinus contorta subsp. murrayana (murrayanaden)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Draaiden op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Beschrijving

bewerken

Pinus contorta groeit als struik of boom en bereikt hoogtes tot 50 meter. De draaiden is een rechte of kronkelende boom. De stam kan een diameter tot 90 cm halen en heeft een grijs- of roodbruine schors die uit kleine rechthoekige plaatjes of fijne schubben bestaat of gekloofd is.[2] De onderste takken hangen meestal af, terwijl de hogere veeleer horizontaal groeien of opstijgen. De twijgen zijn slank, oranje tot roodbruin, en worden later donkerbruin en ruw. Knopjes zijn ovaalvormig en donkerroodbruin. Ze worden tot 1,2 cm lang en zijn licht harsig.

 
Loof en kegel van een kustdraaiden.

De bladeren (naalden) zijn per twee gebundeld. Ze staan uiteen of staan naar boven gericht. De gedraaide naalden, vandaar de naam contorta, worden 3 à 8 jaar oud, zijn 2 à 8 cm lang en zijn geel- tot donkergroen. Elke zijde heeft fijne stomatale lijnen.

De mannelijke kegeltjes zijn ellips- tot cilindervormig, oranjerood en 5 à 15 mm lang. Vrouwelijk zaadkegels rijpen op twee jaar tijd of zijn op een of andere manier afhankelijk van natuurbrand om open te gaan. De kegels zijn lancet- of ovaalvormig voor ze opengaan en breed ovaalvormig tot bijna volledig rond na opening. Ze worden 2 à 6 cm lang en hebben een licht(rood)bruine kleur.

In het merendeel van haar natuurlijke habitat is P. contorta afhankelijk van natuurbranden voor haar overleving. Als een van de eersten grijpt de draaiden haar kans bij ecologische successie; het is een pioniersoort die bijzonder veel zaden verspreidt en wier zaden zeer succesvol zijn in verstoorde habitats.

Ondersoorten en verspreiding

bewerken

Er worden vier ondersoorten onderscheiden:

Zowel de berg- als de kustdraaiden zijn in Europa in bossen aangeplant. De bergdraaiden komt, in tegenstelling tot de kustdraaiden, slechts zelden in tuinen voor. De murrayanaden kan in Europa enkel in arboreta worden aangetroffen, alsook in sommige Britse bossen, waar hij enkele keren per vergissing is aangeplant.[2]

Zie de categorie Pinus contorta van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.