Chinese Exclusion Act
De Chinese Exclusion Act was een Amerikaanse federale wet die in werking trad op 6 mei 1882 en de immigratie van Chinezen naar Amerika aan banden legde. De wet volgde op het Angell-verdrag uit 1880, dat een aanpassing was van het Burlingame-verdrag uit 1868, dat China de status van meest begunstigde natie had gegeven. De wet voorzag in een immigratiestop voor een periode van tien jaar. Met de Geary Act uit 1892 werd dit verlengd en werden de Chinese Amerikanen verplicht ten alle tijde bewijzen van hun legale verblijf bij zich te dragen.[1] In 1902 werd de stop permanent.
Chinese Exclusion Act of 1882 | ||||
---|---|---|---|---|
Eerste pagina
| ||||
Citeertitel | Chinese Exclusion Act of 1882 | |||
Titel | An Act to execute certain treaty stipulations relating to Chinese | |||
Toepassingsgebied | Immigratie | |||
Rechtsgebied | Publiekrecht | |||
Status | Ingetrokken | |||
Goedkeuring en inwerkingtreding | ||||
Ingediend op | 12 april 1882 | |||
Aangenomen door | Huis van Afgevaardigden op 17 april 1882; Senaat op 3 mei 1882 | |||
Ondertekend op | 6 mei 1882 | |||
Gepubliceerd in | Pub.L. 47-126 | |||
Ingetrokken/ opgeheven op |
17 december 1943 | |||
Geschiedenis | ||||
Opgevolgd door | Geary Act | |||
|
In 1943 werd de wet vervangen door de Magnuson Act die Chinezen meer rechten gaf, waaronder naturalisatie. Grootschalige immigratie door Chinezen werd echter pas weer mogelijk met de Immigration and Nationality Act of 1965.