[go: up one dir, main page]

Buurtspoorwegen van de provincie Antwerpen

spoorlijn in België

De NMVB was georganiseerd in regionale groepen die een grote zelfstandigheid en eigen beleid hadden. Oorspronkelijk werden alle lijnen in de provincie geëxploiteerd door pachters die hun eigen lijnen, stelplaatsen en organisatie hadden. De NMVB heeft bij de overname van de concessies, de pachter organisatie niet veranderd. Hierdoor kent de NMVB in de provincie 3 groepen:

  • Turnhout (Oostelijke lijnen; AMDB)
  • Merksem (Noordelijke lijnen in Antwerpen; eerst TNA, daarna VA)
  • Itegem (Lijnen naar Mechelen, Lier, Aarschot en de lijn naar Turnhout via Heist en Geel; KSTM + VT)
Buurtspoorwegen van de provincie Antwerpen, stand 1952 voor elektrische lijnen en stand 1940 voor de andere lijnen.

Oorspronkelijk zijn bijna alle buurtspoorweglijnen in de provincie Antwerpen met kaapspoor (1067 mm) aangelegd. Deze spoorwijdte was gekozen in verband met de aansluiting met de tramlijnen in het zuiden van Nederland, waar kaapspoor werd gebruikt. De meeste lijnen werden tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitse bezetter opgebroken. Deze lijnen werden daarna in meterspoor opnieuw aangelegd. Vanaf 1919 werden de nog overblijvende lijnen omgespoord naar meterspoor, wat toen de standaard werd.[1]

Stad Antwerpen

bewerken
 
Kaart van Antwerpen in 1905.

In de stad Antwerpen werden veel sporen gemeenschappelijk gebruikt met de Antwerpse stadstram, die ook op meterspoor reed. Hierdoor zijn er nog steeds sporen in dienst, waar de NMVB vroeger (ook) reed. In 1935 werden alle NMVB-tramlijnen die tot dan toe aan de rand van de stad eindigden, doorgetrokken naar de centrale Victorieplaats (na de oorlog Franklin Rooseveltplaats genoemd).

De oude eindpunten waren:

  • Klapdorp: Groep Merksem
  • Zurenborg: Groep Turnhout
  • Comedieplaats: Groep Itegem

De lijn van Klapdorp tot de Oude Bareel in Merksem was op 20 juli 1879 door de "Tramways du Nord d’Anvers" al geopend als een paardentramlijn. Deze lijn werd op 15 juli 1887 door de NMVB overgenomen, die na versmalling van de spoorbreedte, van 1500 mm tot 1067 mm, met streektrams beperkt kon doorrijden tot in het hart van Antwerpen.[2] De paardentram heeft gereden tot in september 1908. Het eindpunt van Zurenborg was binnen de vestingsmuren en langs spoorlijn zoals te zien op deze kaart.

Geëlektrificeerde lijnen rond Antwerpen

bewerken
 
Internationale dienstregeling uit 1933. In Ossendrecht is er een overstap. In 1934 werd de lijn Bergen op Zoom vanaf Ossendrecht vervangen door bussen.
 
Tram op lijn P op de Paardenmarkt in Antwerpen; 25 augustus 1925.
 
NMVB-tram type "S" met bijwagen die in 1968 de laatste rit op lijn 61 in de provincie Antwerpen reed.

De lijnen zijn vermeld in grofweg de wijzerzin volgorde rond Antwerpen (paars gekleurd op de kaart). In 1937 werden lijnnummers ingevoerd. Voorheen werden er letters gebruikt voor de lijnaanduiding. De vermelde lijnnummers zijn de laatst gebruikte nummers voor het volledige traject.

( ) = Gemeenschappelijk met andere lijnen.

Daarnaast was er ook de Oost-Vlaamse lijn H die sinds de annexatie van linkeroever in de provincie Antwerpen liep:

Geëlektrificeerde lijnen rond Mechelen

bewerken
 
Tramlijn 1 bij het station van Mechelen.
 
Standaardmotorwagen met bijwagen 19565 op lijn H voor het station van Mechelen in de jaren vijftig.
 
Kaart van de buurtspoorwegen in Mechelen 1949-1952. De streektrams reden een lus door de stad langs het station en Bruul.

Van de stadslijnen had alleen lijn 3 een eigen baan:

  • 1: Station – Waterloo (lijn 52)
  • 2: Station – Pasbrug (lijnen H en M)
  • 3: Station – Elzestraat

Lijn 1 en 3 zijn op 21 december 1952 opgeheven. Lijn 2 is op 28 december 1953 opgeheven. De streeklijnen 52, H, M bleven daarna nog rijden maar kwamen de binnenstad niet meer in en reden via de vestenlijn (langs de spoorweg) naar het station.

Niet geëlektrificeerde lijnen

bewerken
 
Dienstregeling uit 1933, lijn 41 = tabel 256, lijn 255 = tabel 255, lijn 254 = tabel 254, lijn 253 = tabel 253
 
Voormalig buurtspoorwegstation in Brecht, gebouwd in 1910, nu in gebruik als restaurant.

De lijnen worden vermeld in grofweg de wijzerzin volgorde rond Antwerpen. (Groen gekleurd op de kaart; de nationale lijnnummers uit het spoorboek[4] worden gebruikt. Er worden alleen lijnnummers of letters gebruikt bij elektrische diensten)

( ) = Gemeenschappelijk met andere lijnen.
Voor de lijnen ten noorden van Oostmalle, ten westen van Turnhout en ten oosten van de Bredabaan, (zie   buurtspoorlijnen in Noord Kempen)

Daarnaast was er enkel voor het goederenverkeer de lijn:

Eerste/Laatste buurttram in de provincie Antwerpen

bewerken
  • De eerste buurtspoorlijn die op 15 augustus 1885 werd geopend reed van Antwerpen (Turnhoutse Poort) naar Wijnegem (vaart). Kort daarna, op 20 september 1885, is de rest van de lijn naar Oostmalle en Hoogstraten geopend.
  • Ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1885 en de oprichting van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen werd met een buurtspoorwegtram als demonstratie gereden op de Amerikalei.[7]

Afbraak tramnet

bewerken

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel niet-geëlektrificeerde lijnen opgebroken. Al snel werden de overblijvende lijnen opgeheven en vanaf 1955 bleven er alleen de elektrische lijnen over.

Hoewel de elektrische lijn Rumst – Broechem omstreeks deze tijd werd opgeheven (in 1945 tot Lier en in 1950 tot Broechem), werd de lijn Maria-ter-Heide – Wuustwezel grens in 1951 als laatste lijn nog geëlektrificeerd. In 1949 werd een nieuwe elektrische lijn tussen Keerbergen en Haacht geopend. Dit maakte een doorgaande dienst M tussen Mechelen en Brussel mogelijk en koppelde de elektrische spoornetten van Brabant en Antwerpen met elkaar. De doorgaande dienst werd echter al op 1 juni 1957 opgeheven in verband met het opheffen van de lijn Mechelen – Keerbergen. Op 31 mei 1958 werd ook de lijn Keerbergen – Haacht opgeheven.

Vanaf de eindjaren '50 en beginjaren '60 werd ook het elektrisch spoornet afgebouwd. Dit was afhankelijk van de instroom van de vele nieuwe bussen, nodig om de trams te vervangen. Vaak reden de trams alleen nog maar in de spits. Om een lange tram met veel aanhangwagens te vervangen, waren er veel bussen nodig.

Stelplaatsen in de provincie Antwerpen

bewerken
  • Antwerpen (Zurenborg)
  • Blauwhoef
  • Brasschaat (Polygoon)
  • Heist-op-den-Berg (werkplaats stoomdienst)
  • Herentals
  • Hoogstraten
  • Lier
  • Mechelen (Racing)
  • Mol
  • Merksem (Oude Barreel: werkplaats elektrische dienst en IJskelder: werkplaats stoomdienst)
  • Oostmalle
  • Rumst
  • Tremelo
  • Turnhout (werkplaats stoomdienst)
  • Westerlo
  • Westmalle
  • Wuustwezel,
  • Zandhoven, Zichem

Pachters

bewerken

In augustus 1914 werden de lijnen geëxploiteerd door de volgende pachters:[10]

  • AMDB: Antwerpsche Maatschappij voor den Dienst van Buurtspoorwegen
  • KSTM: Kempische Stoomtram Maatschappij
  • VA: Vicinaux Anversois
  • VT: Vicinaux et Tramways

In de beginjaren 1920 werd de exploitatie door de NMVB overgenomen.

Aansluitingen met de Belgische Spoorwegen in de provincie Antwerpen

bewerken

Hier konden goederen overgeladen worden:

  • Aarschot
  • Antwerpen (Kiel, Zurenborg)
  • Bouwel
  • Geel
  • Heist-op-den-Berg
  • Herentals
  • Lier
  • Mechelen (Nekkerspoel)
  • Merksem (IJskelder)
  • Mol
  • Reet
  • Turnhout
  • Westmeerbeek
  • Zichem

Ontwikkeling na het opheffen van de trams en het busnet

bewerken

Al voor de opheffing van de trams werden gebieden waar spoorlijnen niet aanwezig waren bediend met buslijnen. Bijvoorbeeld: Antwerpen – Schoten – Sint-Job-in-'t-Goor – Brecht. Met het opheffen van de tram werden bus/tram overstapverbindingen vervangen door rechtstreekse buslijnen. Vele kleine plaatsen en nieuwbouwwijken werden bediend door nieuwe buslijnen of door nieuwe varianten van bestaande buslijnen (ex-tram). Voorbeeld: Sommige bussen van lijn 64, werden doorgetrokken van Wuustwezel naar Loenhout. Sommige van die nieuwe busroutes hadden echter maar een paar bussen per dag. Hoewel het openbaar vervoer achteruitgaat door het toenemend gebruik van de auto, werd deze achteruitgang gedeeltelijk gecompenseerd door de vervoertoename rond de stad Antwerpen, veroorzaakt door de sterke uitbreiding van de voorsteden en villawijken. Door de ongeordende en gespreide bouw van woningen in België,[11] zijn er veel woningen gebouwd ver van de woonkernen en hoofdwegen. Deze woningen kunnen niet goed bediend worden door buslijnen.

De NMVB, en sinds 1991 De Lijn, heeft veel sneldiensten die gedeeltelijk gebruikmaken van de nieuwe snelwegen. Zo kunnen verafgelegen plaatsen snel verbonden worden met Antwerpen. Zo kent de buslijn 410 (ex-tram 41) de sneldiensten 415, 416 en 417 naar Turnhout, waarbij er verschillende routes zijn die afhankelijk zijn van de gebruikte snelwegafslag.

Archieven

bewerken

De archieven van NMVB werden bij de opsplitsing verdeeld in een Waals gedeelte en een Vlaams gedeelte (inclusief Waals Brabant). De Antwerpse archieven kwamen terecht bij de Vlaams Tram- en Autobusmuseum (VlaTAM). Dit erfgoed wordt nu beheerd door MobiliteitsErfgoed Tram en autobus vzw. De Antwerpse inventaris is te zien op: Archief Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB)Provincie Antwerpen.

NMVB in de andere provincies

bewerken
bewerken

Referenties

bewerken
  1. De buurtspoorwegen in de provincie Antwerpen. Door Jos Neyens
  2. Instappen a.u.b.! honderd jaar buurtspoorwegen in België
  3. Zie pagina overleg
  4. Belgische spoorboek zomer 1933
  5. website baksteennijverheid[dode link]
  6. Bekijk deze weg op Google Maps, weliswaar met een onderbreking in Hazeldonk. Gearchiveerd op 27 juli 2020.
  7. Prentbriefkaart VlaTAM. Gearchiveerd op 8 juni 2023.
  8. Rail Atlas Vicinal, Uitgever: Rail memories. Door Stefan Justens & Dick van der Spek
  9. BFOTO, Nijverheidsspoor Merksem: Geschiedenis.
  10. trambelgium
  11. (Iedereen mocht bijna overal grond kopen en bouwen)
Zie de categorie Buurtspoorwegen van de provincie Antwerpen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.