Maria Louisa van Parma
Maria Louisa van Parma | ||
---|---|---|
1751 - 1819 | ||
Koningin van Spanje | ||
Periode | 1788 - 1808 | |
Voorganger | Maria Amalia van Saksen | |
Opvolger | Julie Clary | |
Vader | Filips van Parma | |
Moeder | Louise Elisabeth van Frankrijk | |
Wapen als koningin van Spanje. |
Louisa Maria Theresia van Parma (Parma, hertogdom Parma en Piacenza, 9 december 1751 — Rome, Italië, 2 januari 1819) was koningin van Spanje als echtgenote van koning Karel IV van Spanje. Ze werd gedoopt als Louisa Maria Theresia maar is beter bekend als Maria Louisa.
Maria Louisa was een dochter van de hertog van Parma en Piacenza, Filips van Bourbon en prinses Louise Elisabeth van Frankrijk. Ze was de jongste dochter uit het huwelijk van haar ouders. Ze had een oudere zuster prinses Isabella Maria, die huwde met de latere keizer Jozef II. En ze had een oudere broer prins Ferdinand, die later hertog werd van Parma. Ferdinand huwde met een jongere zuster van Jozef II, aartshertogin Maria Amalia van Oostenrijk. Haar grootouders aan vaderskant waren koning Filips V van Spanje en diens tweede vrouw koningin Elisabetta Farnese. Haar grootouders aan moederskant waren koning Lodewijk XV van Frankrijk en koningin Maria Leszczyńska.
Al op jonge leeftijd kwam ze aan het strenge Spaanse hof van koning Karel III. Door haar sterke karakter overheerste ze haar echtgenoot. Ze bevorderde de carrière van haar favoriet Manuel de Godoy, die eerste minister van Spanje werd.
In 1808, werd ze als gevangene van keizer Napoleon I van Frankrijk naar Frankrijk overgebracht, en Karel IV deed onder druk afstand van de troon in Spanje. Maria Louisa en Karel IV werden verbannen naar Compiègne. Maria Louisa leefde achtereenvolgens in Marseille, Nice en Rome.[1] Zowel Maria Louisa als Karel IV overleden in 1819.
Het beroemde Maria Louise-park in Sevilla is naar haar vernoemd. Spanje kent ook een damesorde, de Maria-Louisa-orde die haar naam draagt.
Huwelijk en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Uit het huwelijk van Marie Louise en Karel IV werden veertien kinderen geboren, van wie er zeven hun kindertijd overleefden:
- Karel Clemens (19 september 1771 - 7 maart 1774).
- Charlotte Joachime (25 april 1775 - 6 juli 1830), gehuwd met koning Johan VI van Portugal.
- Maria Louisa (11 september 1777 - 2 juli 1782).
- Maria Amalia (9 januari 1779 - 22 juli 1798), gehuwd met haar oom Don Anton, een zoon van Karel III en van Maria Amalia van Saksen.
- Karel Dominique (5 maart 1780 - 11 juni 1783).
- Maria Louisa (6 juli 1782 - 13 maart 1824), gehuwd met koning Lodewijk I van Etrurië.
- Karel Frans (5 september 1783 - 11 november 1784), tweelingbroer van infant Filips.
- Filips Frans (5 september 1783 - 18 oktober 1784), jongere tweelingbroer van infant Karel Frans.
- Ferdinand Maria (14 oktober 1784 - 29 september 1833), hij was koning van Spanje in 1808 en van 1813 tot zijn dood. Hij was de vader van koningin Isabella II.
- Karel Maria (29 maart 1788 - 10 maart 1855), carlistisch troonpretendent. Huwde tweemaal: eerst met infante Maria Francisca van Portugal, later met haar oudere zuster Maria Theresia van Portugal.
- Maria Isabella (6 juni 1789 - 13 september 1848), gehuwd met koning Frans I der Beide Siciliën, moeder van koning Ferdinand II.
- Maria Theresia (16 februari 1791 - 2 november 1794).
- Filips Maria (28 maart 1792 - 1 maart 1794)
- Francisco (10 maart 1794 - 13 augustus 1865), gehuwd met zijn volle nicht (oomzegger) Louise Charlotte van Bourbon-Sicilië, dochter van Maria Isabella en Frans I der Beide Siciliën, vader van Frans van Assisi, de echtgenoot van koningin Isabella II.
- ↑ MARIE-LOUISE DE BOURBON-PARME, reine d’Espagne, Dictionnaire Larousse Geraadpleegd op 7 oktober 2024.