[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Franz Halder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Franz Halder
Franz Halder
Geboren 30 juni 1884
Würzburg, Duitsland
Overleden 2 april 1972
Aschau im Chiemgau, Beieren, Bondsrepubliek Duitsland
Rustplaats Dorpskerkhof, Oberhausen, Landkreis Weilheim-Schongau, Duitsland[1]
Religie Protestants[2]
Land/zijde Koninkrijk Beieren
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Beiers leger
Deutsches Heer
Reichswehr
Heer
Dienstjaren 1902 - 1945
Rang
Generaloberst
Eenheid Königlich Bayerisches 3. Feldartillerie-Regiment „Prinz Leopold“[3][4]
III. Königlich Bayerisches Armee-Korps
6. Königlich Bayerische Division
5. Königlich Bayerische Division
8. Heeresgruppe „Kronprinz Rupprecht“
7. (Bayerisches) Artillerie-Regiment (Reichswehr)
Führerreserve
24 september 1942 -
31 januari 1945[5][6][3]
Bevel 7e Divisie (Reichswehr)[7]
15 oktober 1935[3][8]
Stafchef Oberkommando des Heeres
1 september 1938[8][7]/1939 -
24 september 1942[9][5]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie decoraties
Ander werk Militaire adviseur voor het United States Army Center of Military History

Franz Halder (Würzburg, 30 juni 1884Aschau im Chiemgau, 2 april 1972) was een hoge Duitse officier (Generaloberst) in de Tweede Wereldoorlog en stafchef van het Oberkommando des Heeres.

Bij de geboorte van Franz Halder in 1884 was de familie Halder al 300 jaar bij het Beierse leger. Zijn vader Maximilian Halder was kolonel bij de Reichswehr. Zijn moeder heette Mathilde Steinheil.

Na zijn middelbare school tekende hij op 14 juli 1902 bij het derde regiment "Prins Leopold" van de koninklijke Beierse veldartillerie te Amberg. Hij stond er onder bevel van zijn vader. In 1904 werd hij tot luitenant bevorderd. In 1914 studeerde hij als beste van zijn jaar af aan de militaire school.

Op 23 september 1907[8] huwde hij Gertrud Erl, die ook uit een militaire familie stamde. Ze kregen drie dochters.

Eerste Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Eerste Wereldoorlog vocht Halder zowel aan het westelijk als aan het oostelijk front. Op 14 september 1914 kreeg hij voor een gevaarlijke verkenningsopdracht het IJzeren Kruis 1914, 2e Klasse. Op 6 januari 1915 werd hij kwartiermeester van de 6. Königlich Bayerische Division. Op 9 augustus 1915 werd hij bevorderd tot Hauptmann. Op 15 december 1914 ontving hij de Orde van Militaire Verdienste van Beieren 4e klasse met zwaarden. Op 22 december 1915 ontving hij het IJzeren Kruis 1e klasse. Op 8 april 1917 het Ridderkruis der 1e Klasse van de Albrechtsorde met Zwaarden. Op 6 februari 1918 kreeg hij het Kruis voor Militaire Verdienste van Oostenrijk-Hongarije 3e Klasse met Oorlogsdecoratie voor persoonlijke dapperheid en uitstekende prestaties. Op 2 oktober 1918 ontving hij de Huisorde van Hohenzollern.

Weimarrepubliek

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1919 werd hij docent in tactiek voor het ministerie van landsverdediging. In 1922 werd hij bevorderd tot Major en in 1931 tot Oberst.

In januari 1933 kwamen de nazi's aan de macht. Op 17 maart 1934 werd Halder tot Generalmajor bevorderd. Op 15 oktober 1935 kreeg hij het bevel over de 7e Infanteriedivisie te München. In augustus 1936 werd hij bevorderd tot Generalleutnant.

Bij een door hem georganiseerde manoeuvre leerde hij Adolf Hitler persoonlijk kennen. In februari 1938 werd hij tot General der Artillerie bevorderd. Op 1 september 1938 trad Ludwig Beck af als chef van de generale staf en Halder kreeg die post.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]
Franz Halder (links) en Walther von Brauchitsch plannen de veldtocht in Polen 1939

Franz Halder werkte bij het begin van de Tweede Wereldoorlog aan alle strategische plannen mee. Voor zijn bijdrage aan de veldtocht tegen Polen ontving hij op 27 oktober 1939 het Ridderkruis van het IJzeren Kruis (Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes).

In de winter van 1939/1940, dus voor de Slag om Frankrijk zwoer hij samen tegen Hitler. Hitler wou Frankrijk al in november 1939 aanvallen. De top van de Wehrmacht achtte dit onmogelijk en Walther von Brauchitsch wilde Hitler arresteren als hij het bevel tot die aanval gaf, maar durfde dit niet aan toen hij binnen de generale staf hiervoor onvoldoende steun voelde. Na de veldtocht tegen Frankrijk in 1940 werd Halder bevorderd tot Generaloberst.

Op 25 juni 1940 tekende Halder in zijn dagboek een plan op om de Sovjet-Unie aan te vallen, wat de generale staf goedkeurde. Op 3 juli 1940 gaf hij zijn medewerkers opdracht om dit uit te werken. Onder codenaam "Otto" bestudeerden ze op 25 juli 1940 de wegen en spoorwegen in het oosten. Op 21 juli beval Hitler om de aanval voor te bereiden. Het plan van Halder wilde het Rode Leger in vier tot zes weken met 80 tot 100 divisies in een Blitzkrieg verslaan. Op 5 december 1940 stelde Halder aan Hitler de uitgewerkte plannen van Friedrich Paulus voor. Hij noteerde in zijn dagboek dat de plannen uit te voeren waren. Op 18 december 1940 ondertekende Hitler de Operatie Barbarossa.

Halder was een van de medeopstellers van het beruchte “Kommissarbefehl” van 6 juni 1941, volgens welke civiele en militaire functionarissen van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie moesten worden geïdentificeerd en vermoord door het leger, ter plekke of achter het front. Dit alles zonder vorm van proces.

Ontslag en concentratiekamp

[bewerken | brontekst bewerken]

Als gevolg van een meningsverschil met Hitler over de oorlogvoering aan het oostfront werd Halder op 24 september 1942 uit al zijn militaire functies ontheven. Hij werd vervangen door Kurt Zeitzler.

Na de mislukte aanslag op Hitler van 20 juli 1944 door kolonel Claus Schenk Graf von Stauffenberg viel ook de naam van Franz Halder. Onder de nazipraktijk van Sippenhaftung (collectieve bestraffing) werden Halder, zijn vrouw en zijn oudste dochter gearresteerd en in het concentratiekamp Flossenbürg opgesloten[10]. Op 31 januari 1945 werd Halder officieel uit het leger ontslagen. Voor het einde van de oorlog werd Halder naar concentratiekamp Dachau verplaatst en daarna naar Tirol. Halder en zijn vrouw werden op 4 mei 1945 bevrijd. Hij verbleef tot de zomer van 1945 in Amerikaans krijgsgevangenschap in Italië en werd daarna vrijgelaten.

Franz Halder getuigt te Nürnberg

Halder getuigde op de Processen van Neurenberg.

In seinen militärischen Anschauungen fortschrittlicher als Beck, als einen Mann von weiter Sicht, nicht geneigt, Deutschlands Zukunft aufs Spiel zu setzen, und er bescheinigte ihm schließlich auch seinen zäheren Carakter als Brauchitsch.

— militair historicus B.H. Liddell-Hart over Franz Halder; geciteerd in: Deutsche Generale des Zweiten Weltkrieges

Militaire loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Hitler als Feldherr. München : Münchener Dom-Verl., 1949
  • Kriegstagebuch : tägliche Aufz. des Chefs des Generalstabes des Heeres 1939-1942. - Stuttgart : Kohlhammer, 1962-1964
    • Band 1. Vom Polenfeldzug bis zum Ende der Westoffensive : 14. August 1939 - 30. Juni 1940
    • Band 2. Von der geplanten Landung in England bis zum Beginn des Ostfeldzuges : 1. Juli 1940 - 21. Juni 1941
    • Band 3. Der Rußlandfeldzug bis zum Marsch auf Stalingrad : 22. Juni 1941 - 24. September 1942