[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

EW (tijdschrift)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Elsevier Weekblad)
EW
Frequentie Wekelijks
Oplage 44.764 (2022)[1]
Lezersbereik 187.000 (print, 2024) [2]
Eerste editie 27 oktober 1945
Land(en) Vlag van Nederland Nederland
Hoofdredacteur Hella Hueck
Uitgeverij(en) Roularta Media Nederland
ISSN 0922-3444
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Media

EW (eerder Elsevier Weekblad[3]) is het grootste Nederlands opinieweekblad met een bereik van 187.000 (print, 2024).[2] EW heeft van oudsher een enigszins liberale signatuur.[4] Het blad richt zich primair op hoger opgeleide lezers, ondernemers en het hogere kader in het bedrijfsleven en de ambtenarij.

Het is in de 21ste eeuw mede bekend van onderzoeken naar de kwaliteit van ziekenhuizen, klinieken, scholen, studies en gemeenten, en van allerlei lijsten, onder meer met de 500 grootste bedrijven en het aantal per jaar gepleegde moorden. En verder van de jaarlijkse HJ Schoo-lezing, de EW Economie-lezing, de uitverkiezing van de Nederlander van het Jaar en het nieuwjaarsessay van de president van de Algemene Rekenkamer. Kenmerkend is het rode kader op het omslag.

Het weekblad kent twee voorgangers, Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, waarvan het eerste nummer verscheen in januari 1891, en De Week, dat in 1900 een half jaar bestond. Beide werden uitgegeven door Uitgevers-Maatschappij Elsevier, die in 1945 ook het weekblad lanceerde.

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1891-1940)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Als tijdschrifttitel bestaat Elsevier al sinds 1891. In januari van dat jaar verscheen het eerste nummer van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Het bevatte geïllustreerde bellettrie, maar ook verhalen over kunstenaars en kunst, buitenlandse reportages, populairwetenschappelijke artikelen en, heel nieuw voor die tijd, interviews.[5] Door de Duitse bezetting zagen uitgever en redactie zich genoodzaakt de uitgave te staken. Het laatste nummer is gedateerd december 1940.

In het eerste nummer van het gelijknamige weekblad dat na de oorlog verscheen, werd benadrukt dat het blad een ‘voortzetting’ was van het maandblad.[6]

Een halve eeuw lang weerspiegelde Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift het literaire en kunstzinnige leven in Nederland.

De Week (1900)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie De Week voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het eerste weekblad van Uitgevers-Maatschappij Elsevier verscheen in 1900, bijna een halve eeuw voor de lancering van Elseviers Weekblad in 1945. Het nieuwsweekblad op krantenformaat richtte zich op lezers die geen tijd hadden voor de dagbladen. Een succes was het niet. Reeds na zes maanden besloot de directie de uitgave te staken.

Namen van het weekblad (1945 - heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het weekblad, waarvan het eerste nummer verscheen op 27 oktober 1945, heeft gedurende zijn bestaan verschillende formaten, namen en logo's gekend. Een tijdlang verschenen bij dezelfde uitgeverij zelfs twee weekbladen, een magazine en een krant, met beide de naam Elsevier in de titel en elk een aparte hoofdredacteur. Hierbij een overzicht:

  • Elseviers Weekblad (27 oktober 1945 t/m 16 oktober 1965). Verscheen de eerste 20 jaar als krant, zoals het Duitse weekblad Die Zeit nog steeds als krant verschijnt.
  • Elseviers Weekblad (23 oktober 1965 t/m 17 januari 1970). Rechtstreekse voortzetting van de krant, maar dan als tijdschrift, met het bekende rode kader, zoals buitenlandse weekbladen dat ook hebben.
  • Elseviers Magazine (24 januari 1970 t/m 23 mei 1987). Rechtstreekse voortzetting van het tijdschrift Elseviers Weekblad, alleen met een nieuwe naam om verwarring met de krant Elseviers Weekblad (zie onder) te voorkomen.
  • Elsevier (30 mei 1987 t/m 27 mei 2017). Rechtstreekse voortzetting van Elseviers Magazine, alleen is de naam ingekort.
  • Elsevier Weekblad (3 juni 2017 - 30 november 2020). Rechtstreekse voortzetting van Elsevier, maar de oude naam is teruggekeerd, alleen is de 's' achter Elsevier verdwenen. Taalkundig zou 'Weekblad Elsevier' daarom beter zijn geweest.
  • EW (1 december 2020 - heden)

Nadat Elseviers Weekblad in oktober 1965 een tijdschrift was geworden, bleef de krant Elseviers Weekblad bestaan. De weekkrant richtte zich volgens de ondertitel vooral op de 'zakenman' en bevatte met name financiële en sociaaleconomische artikelen. Kenmerkend onderdeel was de vele pagina's dikke 'Nationale Personeelsgids'. Ook als krant kende Elseviers Weekblad verschillende verschijningsvormen, namen en logo's. Hierbij een overzicht:

  • Elseviers Weekblad (23 oktober 1965 t/m 27 augustus 1977). Verscheen als krant (broadsheet).
  • EW (3 september 1977 t/m 28 mei 1988). Rechtstreekse voortzetting van de broadsheet Elseviers Weekblad, maar onder een andere naam, de afkorting EW, en met een ander formaat (tabloid). De naam Elseviers Weekblad werd als ondertitel bij EW gehandhaafd.

Elseviers Weekblad (1945 tot 1965)

[bewerken | brontekst bewerken]

Elseviers Weekblad (met een 's' achter Elsevier) verscheen van 27 oktober 1945 tot en met 16 oktober 1965 op krantenformaat (eerst op het zogeheten Berliner-formaat en later op broadsheet). Het werd door de directie en redactie gezien als voortzetting van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Dit laatste moet vooral worden gezien als poging op papier toegewezen te krijgen, na de oorlog een schaars product, want de twee bladen leken in niets op elkaar, behalve dat ze dezelfde uitgever hadden.[7]

De man achter Elseviers Weekblad was Henk Lunshof. Deze redacteur van De Telegraaf liep al in 1940 rond met de gedachte aan een nieuw weekblad, 'gansch anders dan de tot dusver bestaande'. Johannes Pieter Klautz, directeur van uitgeverij Elsevier, voelde voor het idee om na de oorlog een blad te lanceren dat een uitgesproken mening had en de dingen bij hun naam durfde noemen. De doelstelling was een onafhankelijk weekblad te maken, dat niet aan een politieke partij of zuil verbonden was. In het diepste geheim werkte het duo tijdens de oorlog aan de oprichting, met hulp van G.B.J. Hiltermann, oud-medewerker van De Telegraaf.

Het blad was een succes en maakte winsten die het moederconcern de eerste decennia aanwendde om wetenschappelijke bladen op te zetten, wetenschappelijke boeken te publiceren en wetenschappelijke uitgeverijen op te kopen. Uitgeverij Elsevier kon uitgroeien tot de grootste wetenschappelijke uitgeverij ter wereld die het nu is.[8] Vier jaar na zijn oprichting had het blad een oplage van 120.000 exemplaren.

Hoewel Elseviers niet was gebonden aan enige partij of stroming, nam het blad tijdens de Indonesische kwestie een fel standpunt in tegen een onafhankelijk Indonesië. Elseviers Weekblad ontwikkelde destijds een politieke identiteit met maatschappelijk conservatieve en economisch liberale trekken, dicht bij de liberalen van de VVD en de katholieken van de KVP.

Elseviers Weekblad (1965 tot 1970) als tijdschrift

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 23 oktober 1965 werd Elseviers Weekblad gesplitst in twee uitgaven met dezelfde titel. Een op tijdschriftformaat (magazine) en een op krantenformaat, met in het begin de toevoeging ‘Voor de zakenman’.

Elseviers Magazine (1970 tot 1987)

[bewerken | brontekst bewerken]

Politiek redacteur Ferry Hoogendijk, die in 1967 tot de hoofdredactie toetrad, trok met zijn felle aanvallen op het kabinet-Den Uyl veel aandacht. In de jaren tachtig riep de leiding van Hoogendijk steeds meer weerstand op bij de redactie. In 1985 gaf de directie hem een andere functie binnen het bedrijf.

Elsevier (1987 tot 2017)

[bewerken | brontekst bewerken]

Hoogendijks opvolger André Spoor, voormalig hoofdredacteur van NRC Handelsblad, gooide het over een andere boeg. Hij vernieuwde de redactie, paste de lay-out aan, vergrootte de aandacht voor cultuur en veranderde de naam in Elsevier (vanaf 30 mei 1987). Ziekte en een vervaarlijke oplagedaling maakten na ruim twee jaar een eind aan Spoors hoofdredacteurschap. Hij werd vervangen door Johan van den Bossche, afkomstig van de financieel-economische krant EW. In 1993 maakte Van den Bossche plaats voor Hendrik Jan Schoo, adjunct-hoofdredacteur sinds 1991 (daarvoor hoofdredacteur van achtereenvolgens Psychologie en Intermagazine), die op zijn beurt per 1 januari 2000 werd opgevolgd door Arendo Joustra. In deze periode werd de latere politicus Pim Fortuyn bekend als columnist van dit blad, waarin hij zijn kijk op de Nederlandse overheid en samenleving publiceerde van 1993 tot 2001. Hella Hueck volgde per 1 januari 2024 Joustra op.

In november 2004 lanceerde Elsevier een nieuws- en opiniewebsite met dezelfde signatuur als het weekblad. Elsevier had in het laatste kwartaal van 2007 een betaalde oplage van meer dan 150.000 exemplaren per week. Sinds 2004 kiest de redactie de Nederlander van het Jaar.

Elsevier Weekblad (3 juni 2017 - 30 november 2020)

[bewerken | brontekst bewerken]

Met de verkoop van het blad aan ONE Business, dwong uitgever RELX een verandering van de naam af. Elsevier werd Elsevier Weekblad, zodat geen verwarring zou ontstaan met de wetenschappelijk uitgeverij van RELX, eveneens Elsevier genaamd.

EW (1 december 2020 - heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 1 december 2020 is de naam EW. De naamsverandering was nodig omdat de eigenaar van de merknaam ‘Elsevier’, het Britse uitgeefconcern RELX, deze exclusief wilde gebruiken voor zijn internationaal opererende wetenschappelijke uitgeverij Elsevier.[3]

Elseviers Weekblad (1965 tot 1988) als krant

[bewerken | brontekst bewerken]

Elseviers Weekblad (‘Voor de zakenman’) verscheen van 23 oktober 1965 tot en met 27 augustus 1977 op krantenformaat (broadsheet). Met ingang van 3 september 1977 werd de naam gewijzigd in EW en verscheen het op tabloidformaat. EW was daarvoor al de ‘roepnaam’ van de krant om het te onderscheiden van het magazine. De ondertitel bleef wel Elseviers Weekblad. Het laatste nummer verscheen op 28 mei 1988. Vanaf 4 juni 1988 maakte EW onderdeel uit van Elsevier (op tijdschriftformaat). Eerst nog met een eigen sectie en binnencover en aankondiging op de (buiten)cover, maar later als geïntegreerd onderdeel.

Elseviers Weekblad (de krant) richtte zich op financieel-economische verslaggeving en fungeerde ook als platform voor vacatures, een sectie die soms wel 40 pagina's telde.

Samenstelling hoofdredactie

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste paar jaar vormde de hoofdredactie van het tijdschrift Elseviers Weekblad ook de hoofdredactie van de krant Elseviers Weekblad. Met ingang van het nummer van 24 januari 1970 kreeg het een eigen hoofdredactie, in de persoon van Henny ten Brink.

  • Henny ten Brink (1970 - 1971)
  • Han Folkertsma (1971 t/m 1974)
  • Nic van Rossum (juni 1974 t/m mei 1988)

Bonaventura (1945-1997)

[bewerken | brontekst bewerken]

Om het nieuwe weekblad na de Tweede Wereldoorlog te kunnen uitgeven, richtte Uitgevers-Maatschappij Elsevier tijdens de Duitse bezetting een dochter op, uitgeverij Bonaventura, dat in het Latijn 'goede toekomst' betekent, maar tevens de naam is van de zoon van de stamvader van het Elsevier-geslacht, Lodewijk Elsevier (1547 - 1617). Het uitgeven van een weekblad werd als een groot risico gezien, vandaar de aparte uitgeverij. Als officiële oprichtingsdatum geldt 11 december 1945 (getekend ten overstaan van notaris J. Brants).

De uitgave van Elseviers Weekblad is tot 1956 de enige activiteit van Bonaventura. Daarna worden nieuwe uitgaven toegevoegd, voornamelijk door overnames. Zo wordt in 1956 Moorman’s Periodieke Pers toegevoegd, opgericht door Jacob Moorman (1884-1969). Ook verschijnen in 1956 twee boeken: Elsevier Belastingalmanak en het beroepskeuzeboekje Wat moet mijn zoon of dochter worden? Met name de Belastingalmanak groeit uit tot een groot succes en was in bijvoorbeeld 1994 op twee na het best verkochte Nederlandse boek met 106 duizend verkochte exemplaren. In 2017 zou de laatste editie verschijnen van deze vraagbaak, waarvan de inhoud al enige tijd door de uitgever naar het internet was verhuisd.

Bonaventura breidde steeds verder uit met de aankoop van reeds bestaande titels als Elegance in 1958, de Haagse Post in 1966, Tussen de Rails in 1967, Autovisie OOR, Hitkrant ín 1981, Man, en in 1984 Beleggers Belangen. Een eigen titel die de uitgeverij op de markt bracht was het Financieel Economisch Magazine (in 1970), later FEM/DeWeek en FEM Business genaamd.

Elsevier bedrijfsinformatie (1997-2002)

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1997 fuseert Bonaventura uit Amsterdam met het in Doetinchem gevestigde Misset (in 1873 opgericht door Cornelis Misset), uitgever van onder meer het weekblad Boerderij en net als Bonaventura een dochter van uitgeverij Reed Elsevier, de Brits/Nederlandse uitgeefgigant die in 1993 was ontstaan uit een fusie van het Britse Reed (1895) en het Nederlandse Elsevier (1880).[9] De twee dochters gaan samen verder onder de naam Elsevier bedrijfsinformatie.

Voorafgaande aan de fusie had Bonaventura eind 1995 zijn publieksbladen Oor, Man, Autovisie, Elegance, Residence en Hitkrant al aan uitgever De Telegraaf verkocht. Amsterdam en Doetinchem bleven beide de vestigingsplaatsen van de uitgeverij, die sinds 1 oktober 1995 onder leiding stond van Derk Haank.[10]

Reed Business Information (2002-2016)

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1 oktober 2002 heette Elsevier bedrijfsinformatie Reed Business Information, de uitgever waarin moedermaatschappij Reed Elsevier alle vaktijdschriften en andere vakinformatie had ondergebracht. Zelfs verandert die moeder haar naar op 1 juli 2015 in de Relx Group.

ONE Business (2016 tot 2022)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie ONE Business voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanaf 1 december 2016 werd Elsevier Weekblad uitgegeven ONE Business, een dochter van New Skool Media. Voor het eerst sinds het is opgericht komt het weekblad in vreemde handen, al houdt RELX-dochter Reed Business Information na verkoop een belang van 33 procent in deze uitgever.[11] Beleggers Belangen verhuisde mee naar ONE Business. Op 5 januari 2022 heeft RELX zijn minderheidsaandeel van 33 procent in ONE Business aan de twee aandeelhouders van New Skool Media verkocht.[12]

Roularta (2022 - heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 22 december 2021 maakt de Belgische uitgever Roularta bekend dat het voornemens heeft New Skool Media over te nemen.[13] Met ingang van nummer 14, jaargang 78 (14 april 2022), staat de Roularta Media Group als uitgever in het colofon vermeld.

De naam Elsevier

[bewerken | brontekst bewerken]
Logo uit 2010
logo uit 2015

Elsevier Weekblad is, net als zijn voorganger Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, genoemd naar de uitgever van het blad, die in 1880 in Rotterdam werd opgericht door Jacobus George Robbers (1838-1925). En die had zijn uitgeverij weer vernoemd naar het befaamde uitgeefgeslacht-Elsevier, dat zich in de zestiende eeuw vanuit Leuven in Leiden vestigde.[14]

De familienaam Elsevier luidde oorspronkelijk Helsevire of Helschevier. Door critici van de familie of de uitgever wel eens verbasterd door 'hellevuur' of 'helse vier'.[15] Er is ook wel gesuggereerd dat de naam een verbastering is van 'Hal Safir', Hebreeuws voor 'het boek'. Dit is tegengesproken door prof.dr. F.A. de Wolff, die heeft betoogd dat deze woordcombinatie niet bestaat in het Hebreeuws, die zou 'hasefer' luiden. Volgens De Wolff zouden de beginletters van Elsevier eerder wijzen op een Arabische herkomst: het bepaald lidwoord is 'al-', het equivalent van het Hebreeuwse 'ha-'. De Wolff: 'Maar de gebruikelijke aanduiding voor "het boek" in het Arabisch is 'al-kitab'. Maar ook het woord 'al-safir' komt voor, vooral voor gewijde teksten. En voor een schrijver van die teksten is het 'al-safir'. Dat laatste komt wel heel dicht bij de naam 'Elsevier', aldus De Wolff.[16]

Sinds de oprichting van Elsevier Weekblad in 1945 korten lezers en anderen de naam af tot EW. In navolging van andere mediatitels als AD (Algemeen Dagblad) en FD (Het Financieele Dagblad) gebruikt Elsevier Weekblad die afkorting sinds medio 2019 (nummer 22) in het logo op de cover.

EW stelt[17] dat het na de ontzuiling aan politieke signatuur heeft ingeboet, en dat de inhoud veelzijdiger en feitelijker is geworden. Men profileert zich als spreekbuis van de 'werkende ruggengraat van Nederland', en probeert deze groepen te helpen bij allerlei keuzeproblemen bij studie, werk, mode, persoonlijke en bedrijfsgerelateerde financiën en vrije tijd.

De signatuur is over het algemeen liberaal te noemen. Er is veel aandacht in het blad voor politiek, buitenlandse zaken, economie, innovatie en cultuur.

  • 27 oktober 1945: eerste nummer verschijnt.
  • 8 december 1945: eerste publicatie van het gedichte De Dapperstraat van de dichter J.C. Bloem.
  • 8 februari 1947: de 19-jarige Harry Mulisch debuteert in de Nederlandse letteren met zijn verhaal 'De kamer' (het was ondertekend met H.K.V. Mulivsch, overduidelijk een drukfout)[noot 1]
  • 30 december 1950: H.J.A. Hofland publiceert het gedicht 'Zálig nieuwjaar' in Elseviers Weekblad, zijn debuut.
  • 23 oktober 1965: eerste nummer op tijdschriftformaat.
  • 12 december 2014: eerste Huizinga-lezing mede onder auspiciën van Elsever Weekblad, Fik Meijer, 'Denken over Carthago. De erfenis van Duilius'.
  • 7 januari 2017: eerste nieuwjaaressay van de President van de Algemene Rekenkamer, Arno Visser, ‘De grote verdwijntruc. Of belastinggeld zinnig wordt besteed, is niet of nauwelijks te achterhalen’.
  • 19 maart 2018: eerste EW Economie-lezing (door Ben van Beurden, CEO van Royal Dutch Shell)
  • 11 juli 2020: eerste zomeressay van de Vicepresident van de Raad van State, Thom de Graaf, 'Beperking vrijheid kent grenzen'.

Oplage en bereik

[bewerken | brontekst bewerken]

Totaal betaalde gerichte oplage volgens HOI, Instituut voor Media Auditing en Jan van de Plasse: Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers, Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam 2005, ISBN 90-75727-77-1.

  • 1945: 40.000
  • 1946: 72.000
  • 1947: 97.500
  • 1948: 120.000
  • 1951: 128.000
  • 1960: 125.000
  • 1961: 132.000
  • 1970: 122.800
  • 1975: 127.050
  • 1977: 133.100
  • 1979: 134.650
  • 1980: 136.200
  • 1985: 121.700
  • 2002: 134.927
  • 2003: 135.459
  • 2004: 135.114[18]
  • 2005: 132.949[bron?]
  • 2006: 137.332[19]
  • 2007: 142.888[20]
  • 2008: 137.874[bron?]
  • 2009: 130.842[bron?]
  • 2010: 128.729[bron?]
  • 2011: 124.377[21]
  • 2012: 110.064[22]
  • 2013: 96.356[bron?]
  • 2014: 82.752[bron?]
  • 2015: 81.260[23]
  • 2016: 79.942
  • 2017: 72.856[24]
  • 2018: 64.660[25]
  • 2022:
    • Print en digitaal bereik: 151.000[26]
    • Print oplage: 42.810[27]

Samenstelling hoofdredactie

[bewerken | brontekst bewerken]

Tot halverwege de jaren negentig van de 20ste eeuw blijkt uit het colofon niet altijd wie de feitelijke hoofdredacteur is (zie Bekende medewerkers). Soms vermeldt het colofon geen hoofdredacteur, soms verdwijnt een naam even om dan weer terug te komen. Soms staan er opeens vier namen in het colofon en vervolgens is er sprake van een ‘algemeen hoofdredacteur’, met daaronder een trits hoofdredacteuren. Een paar keer blijft de samenstelling hetzelfde, maar wordt de volgorde van de namen veranderd. Dit alles is een indicatie van de voortdurende paleisrevoluties bij de redactie, waarover Gerry van der List schrijft in Meer dan een weekblad. De geschiedenis van Elsevier (Amsterdam, 2005 en 2015).

De weergave hieronder betreft de samenstelling van de hoofdredactie van achtereenvolgens Elseviers Weekblad (oktober 1945 t/m december 1969), Elseviers Magazine (1970 t/m mei 1987), Elsevier (juni 1987 t/m mei 2017) en Elsevier Weekblad (juni 2017-heden). Van 23 oktober 1965 (het eerste nummer) tot en met 28 mei 1988 (het laatste nummer) verscheen bij dezelfde uitgeverij ook een wekelijkse krant met de naam Elseviers Weekblad, later EW genaamd. Dit blad had tot en met 1969 dezelfde hoofdredactie als het tijdschrift Elseviers Weekblad, om daarna een eigen hoofdredactie te krijgen (zie aldaar).

Onderstaande rangschikking en schrijfwijze van de namen zijn gebaseerd op de gepubliceerde colofons.[noot 2]

  • oktober 1945 t/m april 1947: H.A. Lunshof
  • mei 1947 t/m 1951: G.B.J. Hiltermann
  • 1952 t/m februari 1954: W.G.N. de Keizer
  • maart 1954 t/m februari 1959: W.G.N. de Keizer en K.D. Bosch
  • maart 1959 t/m december 1960: W.G.N. de Keizer, K.D. Bosch en H.A. Lunshof. Met ingang van 28 november 1959 is C. Bauer toegevoegd als adjunct-hoofdredacteur.
  • januari 1961 t/m december 1962: H.A. Lunshof, K.D. Bosch en W.G.N. de Keizer (Londen). Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. Bauer
  • 1963: H.A. Lunshof en W.G.N. de Keizer (Londen). Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. Bauer.
  • 1964: H.A. Lunshof en W.G.N. de Keizer (Londen). Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. Bauer. Adjunct-hoofdredacteuren: D.M. van Rosmalen en drs. F.A. Hoogendijk
  • 1965: H.A. Lunshof. Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. Bauer. Adjunct-hoofdredacteuren: D.M. van Rosmalen en drs. F.A. Hoogendijk
  • 1966 (per 1 oktober): W.G.N. de Keizer (a.i.). Adjunct-hoofdredacteuren: D.M. van Rosmalen en drs. F.A. Hoogendijk
  • 1967: W.G.N. de Keizer, W.L. Brugsma, drs. F.A. Hoogendijk en J.A. Vermeulen. Adjunct-hoofdredacteuren: Martin W. Duyzings en D.M. van Rosmalen
  • januari t/m april 1968: W.G.N. de Keizer, Martin W. Duyzings, drs. F.A. Hoogendijk en J.A. Vermeulen. Adjunct-hoofdredacteur: D.M. van Rosmalen
  • mei 1968 t/m juni 1969: Martin W. Duyzings, drs. F.A. Hoogendijk, J.A. Vermeulen. Adjunct-hoofdredacteur: D.M. van Rosmalen
  • juni 1969 t/m mei 1971: Algemeen hoofdredacteur: Martin W. Duyzings. Hoofdredacteuren: drs. F.A. Hoogendijk (politiek-Nederland), J.A. Vermeulen (supervisie technische uitvoering). Adjunct-hoofdredacteur: D.M. van Rosmalen (buitenland)
  • juni 1971 t/m december 1975 dr. F.A. Hoogendijk, D.M. van Rosmalen en J.A. Vermeulen. Adjunct-hoofdredacteur: Michel van der Plas
  • januari 1976 t/m augustus 1983: Algemeen hoofdredacteur: drs. F.A. Hoogendijk. Hoofdredacteur: D.M. van Rosmalen. Adjunct-hoofdredacteur: Michel van der Plas
  • september t/m december 1983: drs. F.A. Hoogendijk. Adjunct-hoofdredacteuren: Pierre Huyskens, Michel van der Plas en John H. Wories.
  • januari 1984 t/m oktober 1985: dr. F.A. Hoogendijk, Pierre Huyskens. Adjunct-hoofdredacteuren: Michel van der Plasen John H. Wories. Met ingang van februari 1985 is John Wories managing editor en is Michel van der Plas geen adjunct meer.
  • november 1985 t/m december 1986: Pierre Huyskens en John H. Wories
  • januari t/m juni 1986: Algemeen hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: Pierre Huyskens, John H. Wories
  • juli t/m december 1986: Algemeen hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: John H. Wories en Sytze van der Zee (adjunct)
  • januari t/m mei 1987: Algemeen hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: John H. Wories, Sytze van der Zee
  • juni t/m augustus 1987: Algemeen hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: Sytze van der Zee en John H. Wories
  • september t/m december 1987: Hoofredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: mr. P.B. Brusse, Sytze van der Zee
  • januari t/m mei 1988: Hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: mr. P.B. Brusse
  • juni t/m oktober 1988: Hoofdredacteur: drs. A.S. Spoor. Hoofdredactie: Joh. L. van den Bossche, mr. P.B. Brusse
  • november 1988 t/m september 1989: Hoofdredacteur: Joh. L. van den Bossche. Hoofdredactie: mr. P.B. Brusse en Ton van Brussel
  • oktober 1989 t/m februari 1991: Hoofdredacteur: Joh. L. van den Bossche. Hoofdredactie: mr. P.B. Brusse
  • maart 1991 t/m december 1992: Hoofdredacteur: Joh. L. van den Bossche. Adjunct-hoofdredacteuren: mr. P.B. Brusse en H.J. Schoo
  • januari 1993 t/m januari 1995: Algemeen hoofdredacteur: H.J. Schoo. Hoofdredacteur: J.L. van den Bossche. Adjunct-hoofdredacteur: mr. P.B. Brusse
  • februari 1995: Algemeen hoofdredacteur: H.J. Schoo. Hoofdredacteur: J.L. van den Bossche.
  • maart t/m juli 1995: H.J. Schoo
  • juli t/m december 1995: Hoofdredacteur: H.J. Schoo. Adjunct-hoofdredacteur: dr P.E. de Hen (economie)
  • januari 1996 t/m april 1997 Hoofdredacteur: H.J. Schoo. Adjunct-hoofdredacteuren: A. Joustra (politiek & binnenland), dr P.E. de Hen (economie)
  • mei 1997 t/m augustus 1998: Hoofdredacteur: H.J. Schoo. Adjunct-hoofdredacteuren: dr P.E. de Hen (economie) en A. Joustra (politiek & binnenland)
  • september 1998 t/m december 1999: Hoofdredacteur: H.J. Schoo. Plaatsvervangend hoofdredacteur: A. Joustra. Adjunct-hoofdredacteur: dr P.E. de Hen
  • januari 2000 t/m september 2001: Hoofdredacteur: A. Joustra. Adjunct-hoofdredacteur: dr P.E. de Hen
  • oktober 2001 t/m mei 2002: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Adjunct-hoofdredacteuren: J.G.M. Crooijmans, drs. R. van Rijckevorsel
  • juni 2002 t/m januari 2006: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Adjunct-hoofdredacteuren: J.G.M. Crooijmans, drs. P. ter Doest en drs. R. van Rijckevorsel.
  • februari 2006 t/m januari 2007: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Adjunct-hoofdredacteuren: drs. P. ter Doest en drs. R. van Rijckevorsel
  • februari 2007 t/m juli 2021: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Plaatsvervangend hoofdredacteur:drs. R. van Rijckevorsel
  • augustus 2021 t/m augustus 2022: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra.
  • september 2022: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Adjunct-hoofdredacteur: drs. R. de Witt.[28]
  • november 2023: Hoofdredacteur: J.A.S. Joustra. Adjunct-hoofdredacteuren: H. Hueck[29] en drs. R. de Witt.
  • januari 2024: Hoofdredacteur: H. Hueck. Adjunct-hoofdredacteur: drs. R. de Witt.
  • september 2024: Hoofdredacteur: H. Hueck. Adjunct-hoofdredacteuren: G.J. van Schoonhoven en drs. R. de Witt.

Bekende medewerkers

[bewerken | brontekst bewerken]

Hoofdredacteuren

[bewerken | brontekst bewerken]

Uit de achtereenvolgende colofons zijn de volgende namen te destilleren als feitelijk hoofdredacteur:

Huidige redacteuren, columnisten en correspondenten

[bewerken | brontekst bewerken]

EW kent een gevarieerd netwerk aan correspondenten, onder wie:

Voormalige redacteuren

[bewerken | brontekst bewerken]

Voormalig medewerkers

[bewerken | brontekst bewerken]

Voormalig correspondenten

[bewerken | brontekst bewerken]

Voormalig columnisten

[bewerken | brontekst bewerken]

Illustratoren

[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlander van het Jaar

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Nederlander van het Jaar voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 2004 verkiest de redactie een "Nederlander van het Jaar". De keuze wordt meestal gemotiveerd met het argument dat de betreffende man of vrouw zijn stempel op het jaar heeft gedrukt, in positieve of negatieve zin. Soms omdat de persoon het jaar als het ware symboliseert.

De redactie heeft een opvallende voorkeur voor het publiceren van lijsten, een neiging die reeds in de jaren vijftig een aanvang nam, toen het blad Nederlands eerste hitparade publiceerde.[31]

De beste gemeenten

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie De beste gemeenten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 1997 rangschikt het blad alle gemeenten van Nederland aan de hand van tientallen criteria. Destijds ging het om 572 gemeenten. Door herindelingen is het aantal gemeenten bij de 25ste editie in 2022 gedaald tot 344.

Moord en doodslag

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Moord en doodslag voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanaf 2000 publiceert het jaarlijks het aantal dodelijke slachtoffers door moord of doodslag in het voorafgaande jaar. Eerder publiceerde het dit cijfer over 1992 en 1997, maar sinds 1999 wordt de lijst jaarlijks bijgehouden en bijgewerkt.[32]

Top 200 Familiebedrijven (EW 200)

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 2013 (18 mei) publiceert Elsevier Weekblad jaarlijks de EW 100 of Top 100 Familiebedrijven, die vanaf 2021 de EW 200 of Top 200 Familiebedrijven heet. De lijst van familiebedrijven wordt samengesteld in samenwerking met Bureau van Dijk, onderdeel van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Moody's. De bedrijven worden gerangschikt naar omzet. De lijst wordt veelal in het eerste kwartaal gepubliceerd en betreft de rangorde in het voorafgaande aan de publicatie. In 2021 in de lijst van 100 naar 200 bedrijven uitgebreid en wordt ook informatie gegeven over winst en oprichtingsjaar.

In de publicatie van 2021 werd de lijst aangevoerd door Heineken, gevolgd door SHV en de BCD Group, het bedrijf van John Fentener van Vlissingen.

Top 500 Bedrijven (EW 500)

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 2012 (24 november) publiceert Elsevier Weekblad jaarlijks de EW 500 of Top 500 Bedrijven, waarbij de vijfhonderd grootste Nederlandse bedrijven worden gerangschikt naar omzet. De lijst geeft ook informatie over winst, solvabiliteit, aantal werknemers en type bedrijf (zoals beursgenoteerd of familiebedrijf).[33] De lijst geeft de rangorde in het voorafgaande jaar.

Samen met Peter Louter (van het gelijknamige bureau) ontwikkelde onderzoeksredacteur Arthur van Leeuwen de jaarlijkse productie Toplocaties. Dit onderzoek geeft informatie over de relatieve economische vitaliteit van gemeenten, met andere woorden, hoe sterk de lokale economie is, afgemeten aan het inwonertal. Zo kwamen vele regionaal belangrijke aanjagers van de economie in beeld, als Zwolle en veel gemeenten in Noord-Brabant.

Een ander element van de lijst is de berekening van de toegevoegde waarde per 1 vierkante kilometer. Dit laat zien waar in Nederland per vierkante kilometer het meeste geld wordt verdiend. Dit was ook de titel van de eerste lijst met toplocaties, die Elsevier op 25 juli 1998 publiceerde: 'De plekken in Nederland waar het meeste geld wordt verdiend'.

Nadat Van Leeuwen met pensioen was gegaan, is de lijst met toplocaties twee jaar lang, in 2019 en 2020, niet gepubliceerd. Zonder enige verklaring te geven voor deze absentie, stond in het nummer van 4 december 2021 de 21ste aflevering van Elseviers Toplocaties onder de titel 'Hier krijgt het mkb de beste kansen'.[34]

Nevenpublicaties

[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende zijn geschiedenis heeft Elsevier een aantal nevenpublicaties gepubliceerd.

Elseviers Literair Supplement

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze literaire bijlage werd om de twee weken meegestuurd met Elseviers Weekblad. Het eerste nummer verscheen op 18 oktober 1969. De uitgave viel onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie van Elseviers Weekblad, maar had een aparte redactie onder leiding van Rex Brico en later Wim Zaal. Bekende redacteuren en medewerkers waren Ina van der Beugel, Jef Geeraerts, Boudewijn van Houten, Arthur Koestler, Gerrit Komrij, dr. Jef Last, Clare Lennart, Carel Peeters, Theun de Vries en Constance Wibaut. Het laatste nummer verscheen op 23 december 1972.

De Vlaamse Elsevier

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1973 en 1974 verscheen De Vlaamse Elsevier in België. Hoofdredacteur was Henri Schoup en de redactie zetelde in Brussel aan de Émile Jacqmainlaan 105. Uitgever was Elsevier-Sequoia in Brussel.[35]

Het laatste nummer verscheen op 30 augustus 1974, waarin werd gemeld dat door de "reusachtige en onvoorziene stijging van de exploitatiekosten" het blad niet meer renderend was. Onder meer de papierprijs was sinds het eerste nummer met zestig procent gestegen.[36]

Speciale Editie

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 2005 publiceert Elsevier onder de naam Speciale Editie nummers over een speciaal thema.[37]

Ter Herinnering

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds januari 2010 geeft Elsevier biografische specials uit van circa 100 bladzijden onder de titel Ter Herinnering die gewijd zijn aan een bepaald persoon, vaak bij diens overlijden of bij een jubileum van zijn of haar geboortedag. Het gaat om de volgende personen:

Juist Magazine

[bewerken | brontekst bewerken]

Medio 2013 richtte de uitgever naast het weekblad het maandblad Juist op, dat geleid werd door René van Rijckevorsel, adjunct-hoofdredacteur van Elsevier Weekblad. Het eerste nummer verscheen in augustus 2013. De uitgave werd in 2018 gestaakt. Het laatste nummer was gedateerd december 2018.[38]

Elsevier Weekblad organiseert of is betrokken bij een drietal jaarlijkse lezingen.

HJ Schoo-lezing

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie HJ Schoo-lezing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 2009 organiseert de redactie de jaarlijkse en volgens de Volkskrant 'prestigieuze' [39] HJ Schoo-lezing, die aan het begin van het politieke seizoen, meestal op de eerste dinsdag van september, wordt gehouden. De bijeenkomst wordt doorgaans gehouden in de Rode Hoed in Amsterdam. Peter Altmaier en Wopke Hoekstra spraken in theater Diligentia in Den Haag.

Johan Huizinga-lezing

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Huizingalezing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 2014 is Elsevier Weekblad mede-organisator van de Huizingalezing, die jaarlijks in december samen met de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde wordt gehouden in de Pieterskerk in Leiden. Vanaf 2014 verzorgt Elsevier Weekblad Boeken ook de tekstuitgave van de lezing.

EW Economie-lezing

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie EW Economie-lezing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De EW Economie-lezing is een jaarlijkse lezing over economie van de redactie van Elsevier Weekblad. De lezing kan worden gezien als tegenhanger van de HJ Schoo-lezing, waarmee het tijdschrift begin september het politieke jaar opent. De EW Economie-lezing is een half jaar later en “biedt ondernemers, bestuurders van bedrijven en economen de gelegenheid hun visie te geven op ontwikkelingen in de samenleving”.[40]

Scriptieprijzen

[bewerken | brontekst bewerken]

Elsevier Weekblad is betrokken bij een tweetal jaarlijkse scriptieprijzen.

Johan de Witt-scriptieprijs

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Johan de Witt-scriptieprijs voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Johan de Witt-scriptieprijs wordt sinds 2014 jaarlijks uitgereikt aan de beste geschiedenisscriptie die handelt over een onderwerp dat betrekking heeft op de Republiek der Nederlanden in de 17de eeuw. De verkiezing wordt georganiseerd door de historische vereniging Vrienden van De Witt in samenwerking met de redactie van Elsevier Weekblad.[41] Doel van de prijs is het stimuleren van historisch onderzoek teneinde de kennis over dit belangrijke tijdvak te vergroten.

Theodore Roosevelt American History Award (TRAHA)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Theodore Roosevelt American History Award voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Van 2018 tot 2022 trad 'Elsevier Weekblad op als medesponsor van de Theodore Roosevelt American History Award (TRAHA) voor de beste masterscriptie over Amerikaanse geschiedenis geschreven door een student aan een van de Nederlandse universiteiten. De andere sponsoren zijn de Theodore Roosevelt Medora Foundation, de Amerikaanse ambassade in Den Haag, en de provincie Zeeland.

De prijs, die van 1987 tot en met 1994 de Lawrence J. Saunders Award werd genoemd, wordt georganiseerd door het Roosevelt Institute for American Studies in Middelburg.[42] De winnaar krijgt een buste van Theodore Roosevelt en een reis naar North Dakota, waar de Theodore Roosevelt Medora Foundation en de Theodore Roosevelt Center zijn gevestigd (Dickinson State University). Elsevier Weekblad publiceerde (de samenvatting van) de scriptie en bood de winnaar tevens een abonnement voor een jaar aan.

Uitgeverij EW

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Uitgeverij Elsevier Weekblad voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Uitgeverij EW is opgericht in 2006 om boeken uit te geven die voortkomen uit de redactie van Elsevier Weekblad. Maar al snel ging de uitgeverij ook boeken publiceren van auteurs die niet gelieerd waren aan het weekblad. Het fonds bestaat op een enkele uitzondering na louter uit non-fictie. Deze uitgaven onderscheiden zich doordat ze zonder uitzondering een register hebben.[43]

Voorafgaande aan de oprichting van Uitgeverij Elsevier Weekblad had het weekblad in 2005 al een gebonden editie uitgegeven van de speciale editie “Erfgoed, de Nederlandse geschiedenis in 100 documenten” (ISSN 1875-080X), waarna besloten werd een eigen uitgeverij te beginnen onder de naam Elsevier Boeken, later Uitgeverij Elsevier Weekblad en sinds de zomer van 2018 Uitgeverij EW.

Ook in de jaren vijftig gaf het weekblad boeken uit. Zoals in 1951 Legenden van de Blauwe Kust van Louis Couperus en in de herfst van 1958 een door Piet Bakker bewerkte en bekorte uitgave van Sprotje van M. Scharten-Antink,, waarvan de eerste oorspronkelijke druk verscheen in 1905.

  • Kenmerkend voor het weekblad is het rode kader op het omslag. Na publicatie van het eerste nummer van Elseviers Weekblad als tijdschrift op 23 oktober 1965, maakte de Amerikaanse uitgever van Time hiertegen bezwaar. Het bedrijf vond dat Elsevier zijn beeldmerk had gestolen. 'Hoewel in 1965 ook andere Europese weekbladen een rood kader toonden, zoals Der Spiegel in Duitsland en Express in Frankrijk, kwam Elsevier te Amerikanen tegemoet door het kader geel te kleuren. Wel werd stiekem elke week een drupje rode inkt toegevoegd, waardoor het kader na een jaar weer zijn oorspronkelijke rode kleur terug had. De Amerikanen lieten het er daarna maar bij zitten', aldus de EW Encyclopedie.[44]
  • Elsevier was gedurende twee decennia van de 20ste eeuw ook bekend van de koffietest, waarvan de resultaten voor het eerst op zaterdag 2 april 1966 werden gepubliceerd. De test verscheen voor het laatst in het nummer van 31 augustus 1985 en was toen al enige tijd omgedoopt in 'Elseviers Nationale Koffietest'. Thomas Rap dichtte daarover: 'Verdomd goed van Elsevier om die / kopjes koffie in Nederland eens te / testen. In de Guide Michelin vind je / daar niets van. Wat hebben we trouwens / aan eetcultuur in dit land, zegt nou zelf schat!.[45]

Elsevier in de populaire cultuur

[bewerken | brontekst bewerken]

Boeken over de geschiedenis van de titel of van redacteuren en medewerkers die terugkijken op hun werkzaamheden voor de titel.

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Het verhaal 'De kamer' is gedateerd oktober 1946, aldus Marita Mathijsen in: Harry Mulisch. Een bibliografie (Den Haag, 1979). In 1961 schreef Mulisch veertien artikelen voor Elseviers Weekblad over het proces tegen de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann in Jeruzalem , die in 1962 in boekvorm verschenen onder de titel De zaak 40/61.
  2. Tot 27 april 1947 stond de hoofdredactie niet als aparte categorie vermeld in het colofon net als tussen 19 april 1947 en 6 maart 1954. De samenstelling van de hoofdredactie gedurende deze twee periodes is afgeleid uit Gerry van der List, Meer dan een weekblad. De geschiedenis van Elsevier (1910 en 1915).
  3. Lunshof was al in de oorlog betrokken bij de oprichting van het weekblad, waarvan het eerste nummer verscheen op 27 oktober 1945. Pas in het nummer van 27 april 1946 (nummer 17 van de tweede jaargang) wordt hij als hoofdredacteur vermeld. Maar ook voorafgaande aan dat nummer fungeerde hij al als hoofdredacteur, aldus Gerry van der List in Meer dan een weekblad. De geschiedenis van Elsevier (Amsterdam, 2015), p. 40-41.
  4. Met ingang van het nummer van 19 april 1947 (nummer 16) meldt het colofon geen hoofdredacteur meer. Dit blijft zo tot en met 6 maart 1954. Gedurende het eerste deel van die periode fungeerde G.B.J. Hiltermann als hoofdredacteur, ‘de man die door Lunshof aanvankelijk als een soort loopjongen werd beschouwd’, aldus Van der List, p. 43. Hiltermann vertrekt als hij in 1952 de Haagse Post kan kopen.
  5. Het heengaan van G.B.J. Hiltermann biedt ruimte voor Wouter de Keizer, die in de jaren vijftig een belangrijk stempel op het blad zal drukken, aldus Van der List, p.75.
  6. Bolkestein publiceerde in 2013 zijn memoires als feuilleton in Elsevier, die later werden gepubliceerd onder de titel Cassandra tegen wil en dank (Amsterdam, 2013). ISBN 978-90-351-4083-7
  7. Na zijn overlijden publiceerde Uitgeverij Elsevier Weekblad een herdruk van Piet Burgers boek uit 1978 Cryptogrammen leed... vermaak... Handleiding voor cryptogramoplossers onder de nieuwe titel Cryptogrammen. Een handleiding met een eerder in Elsevier verschenen interview, afgenomen door Thomas van den Bergh, en een necrologie geschreven door Gerlof Leistra (Amsterdam, 2019). ISBN 978-90-6882-728-6
  8. Remco Camperts verhalen en columns voor Elsevier werden samen met die van zijn vader Jan Campert voor Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift door uitgeverij De Bezige Bij samengebracht in de bundel Campert & Campert (Amsterdam, 2017) ISBN 978-90-234-4992-8
  9. Johannes van Dam begon zijn restaurantrecensies op voorspraak van Adriaan van Dis in Elsevier. Later kreeg hij een vaste rubriek in het weekblad, getiteld 'Gastronomie', waarvan een selectie verscheen in de bundel Gastronomie. De beste stukken uit Elsevier (Amsterdam, 2011) ISBN 978-90-6882-891-7
  10. Hermans' verzamelden bijdragen aan Elsevier verschenen onder de titel Weg met de revolutie! Al zijn artikelen uit Elsevier Weekblad (Amsterdam, 2019) ISBN 978-94-6348064-2
  11. Mulisch debuteerde op 8 februari 1947 met zijn verhaal 'De kamer' in Elsevier en deed voor het weekblad verslag vanuit Israël van het proces tegen de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann, in 1962 door de Bezige Bij gebundeld in De zaak 40/61. ISBN 978-90-234-6644-4
  12. Nootebooms verhalen uit Elsevier verschenen in twee bundels: Op reis. Alle verhalen uit Elsevier. Deel 1: 1957-1960 (Amsterdam, 2021) ISBN 978-90-6882-981-5 en Op reis. Alle verhalen uit Elsevier. Deel 2: 1986-2007 (Amsterdam, 2013) ISBN 978-90-352-5109-0
  13. Reves werk voor Elsevier werd uitgegeven onder de titel De duiding aller dingen. Gerard Reve in Elsevier, Elsevier over Gerard Reve (Amsterdam, 2007) ISBN 978-90-6882-814-6
  14. De afleveringen van deze feuilleton die Martin Šimek voor Elsevier schreef zijn later door uitgeverij De Bezige Bij gebundeld in De Vuurvliegjes Achterna. Een vlucht naar de vrijheid (Amsterdam, 2009) ISBN 978-90-234-5452-6
  15. De columns die Campert tussen 2014 en 2018 onder de titel 'Dagelijksheden' voor Elsevier schreef werden in 2019 door uitgeverij De Bezige Bij gebundeld onder de titel Dagelijksheden. Verhalen ISBN 978-94-0316580-6