[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Gorse Lea

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gorse Lea en Ballagarraghyn liggen dicht bij elkaar op het zuidelijk deel van de Snaefell Mountain Course vlak vóór Ballacraine Corner

Gorse Lea en Ballagarraghyn (Manx: Ballagarraghyn, boerderij van O'Dorgan) zijn markante punten op het eiland Man. Ze liggen langs de Snaefell Mountain Course, het stratencircuit dat gebruikt wordt voor de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix en het maakte ook deel uit van de Highroads Course en de Four Inch Course, die gebruikt werden voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy van 1904 tot 1922. De Mountain Course volgt hier de A1 van Douglas naar Peel.

Gorse Lea en Ballagarraghyn liggen in de civil parish German bij de 7e mijlpaal van het circuit en tussen de markante punten Greeba Bridge en Ballacraine.

Gorse Lea en Knock Breck

[bewerken | brontekst bewerken]

Gorse Lea is een combinatie van twee flauwe rechter bochten ongeveer 100 meter voorbij de 7e mijlpaal. De eerste bocht heeft ook een eigen naam: "Knock Breck", maar TT marshals die via de radio berichten doorgeven gebruiken ook de naam "Harolds", naar de lokale boer Harold Leece, die er vaak toeschouwers op zijn boerderij Cronk Breck Farm ontving.

Op het korte rechte stuk tussen de twee bochten van Gorse Lea staat de 7e mijlpaal van de Snaefell Mountain Course.

Ballagarraghyn

[bewerken | brontekst bewerken]

Ballagarraghyn ligt bij een boerderij die 400 meter voorbij Gorse Lea ligt. Het is eigenlijk een bruggetje, hoewel er van de waterloop niet meer te zien is dan een betonnen duiker links van de weg. Door de korte afstand tussen de twee punten Gorse Lea en Ballagarraghyn worden ze vaak in één adem genoemd en is er bij ongevallen soms verschil tussen bronnen over waar iets gebeurd is. Tot 1954 zat er in de weg bij Ballagarraghyn een oneffenheid. Toen de snelheden hoger werden begonnen de coureurs hier sprongen te maken en hoewel de weg geëffend werd zorgen de hogere snelheden tegenwoordig weer voor dezelfde problemen.

Circuitverloop

[bewerken | brontekst bewerken]

De coureurs naderen de eerste bocht bij Gorse Lea vanaf The Hawthorn, waar ze net weer snelheid hebben kunnen maken na de bocht bij Greeba Bridge. Doordat de Isle of Man Highway Board steeds onderhoud pleegt aan de wegen, zijn er steeds andere delen die als "de slechtste" worden aangeduid. In de beginjaren 1911-1914 waren dat de bochten bij Gorse Lea. Ze kunnen nu door de beste coureurs op topsnelheid genomen worden, maar fouten worden niet vergeven. Aan de linkerkant staan overal muurtjes en bomen en aan de rechterkant ligt een trottoir. Tijdens avondtrainingen is er nog een ander probleem: tussen de twee bochten krijgen ze de laagstaande zon in de ogen, maar juist bij de tweede bocht is de weg overgroeid door bomen, waardoor ze bij zonlicht ineens een donkere tunnel inrijden en bij regen last hebben van op de weg vallend blad van de bomen. Na het bruggetje bij Ballagarraghyn loopt de weg vrij steil naar beneden, waardoor de motorfietsen soms nog steeds een stukje "vliegen". In de jaren dertig vond Graham Walker de gevlogen afstand een goede graadmeter voor de kwaliteit van zijn motorfiets. Stanley Woods schatte zijn "vlucht" op ongeveer 20 meter. Jock West had er in 1937 echter moeite mee. Zijn BMW had een telescoopvork, die nog niet helemaal doorontwikkeld was (hij was geïntroduceerd op de BMW R 12 en R 17 in 1934). De Girdervorken van de Nortons konden de landing moeiteloos aan, maar West moest vóór de sprong even het gas dichtdraaien, tot schrik van John White, die met een Norton achter hem reed maar daar niet op gerekend had. Toch paste Norton vanaf 1938 ook eenvoudige, ongedempte telescoopvorken toe. Na de "landing" moeten de rijders al positie gaan kiezen voor de krappe rechter bocht bij Ballacraine.

Veranderingen aan het circuit

[bewerken | brontekst bewerken]
  • In 1953 vonden verbeteringen plaats. In de buurt van Peel werd de bocht bij Gorse Lea breder. Een vakantiehuis bij Appledene werd afgebroken om de weg te verbreden.
  • In de winter van 1953-1954, werden de sprongen bij de Highlander en bij Ballagarraghyn verwijderd.

Gebeurtenissen bij Gorse Lea en Ballagarraghyn

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Op 10 juni 1953 verongelukte Bernard Rodgers, een marshal bij de Isle of Man TT, bij Ballagarraghyn door een verkeersongeval
  • Op 7 juni 1957 verongelukte Charles Salt met een BSA Gold Star tijdens de Senior TT. In dit geval zijn bronnen het oneens over de juiste plaats: volgens de Isle of Man Weekly Times van 14 June 1957 gebeurde het bij Gorse Lea, volgens The Motor Cycle van 13 June 1957 gebeurde het bij Ballagarraghyn
  • Op 9 juni 1999 verongelukte Stuart Murdoch met een 600cc Honda tijdens de Senior Race van de Manx Grand Prix bij Gorse Lea
  • Op 6 juni 2011 verongelukte Derek Brien met een 600cc Yamaha tijdens de Supersport 600 TT bij Gorse Lea

David Black, die op het eiland Man woonde, startte in de Manx Grand Prix van 1994 met een reservemotor, die hij voor de race niet had kunnen testen. Hij begon dan ook voorzichtig aan de race, maar na Crosby besloot hij toch voluit te gaan. Bij Gorse Lea brak zijn voorwiel weg met 225 km/h. Black schoof over de weg, maar zijn motor raakte een telegraafpaal, schoot terug de weg op en brandde volledig uit. Dave Black brak een pols, maar zei later: "Het duurde lang voor de reddingshelikopter kwam. Ze haasten zich niet naar een plaats waar je een val normaal gesproken niet overleeft".