[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Hyles nicaea: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k link
k sp
 
Regel 24:
Hyles nicaea nicaea MHNT CUT 2010 0 187 Aiguines Var female ventral.jpg| ''Hyles nicaea nicaea'' ♀ △
</gallery>
De soort komt voor van [[Noord-Afrika]] en [[Europa (werelddeel)|Europa]] tot het noorden van [[India]], [[Tibet (gebied)|Tibet]] en [[SinkiangXinjiang]]. De nominale ondersoort komt voor in het westelijk deel van het verspreidingsgebied, tot [[Turkije]] en zuidwest [[Bulgarije]].
 
== >
Regel 31:
* ''Hyles nicaea '''lathyrus''''' (oost [[Afghanistan]], noordwest [[India]] en [[Tibet (gebied)|Tibet]])
* ''Hyles nicaea '''castissima''''' ([[Atlasgebergte]])
* ''Hyles nicaea '''sheljuzkoi''''' (van [[Libanon]] en het noorden van [[Israël]] tot west [[SinkiangXinjiang]])
* ''Hyles nicaea '''orientalis''''' (zuiden van de [[Krim]] en westen van de [[Zuidelijke Kaukasus]])
<gallery mode=packed>

Huidige versie van 11 aug 2024 om 09:36

Hyles nicaea
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Sphingidae (Pijlstaarten)
Geslacht:Hyles
Soort
Hyles nicaea
(Prunner, 1798)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Hyles nicaea is een vlinder uit de familie pijlstaarten (Sphingidae).

De vlinder heeft een spanwijdte van 80 tot 100 millimeter. De vliegtijd van de nominale ondersoort is in juni en soms een tweede generatie in augustus. De rups, die tot 12 centimeter lang wordt, gebruikt soorten Euphorbia als waardplant. Aanvankelijk is de rups 5 millimeter lang en geel. Als de rupsen gaan eten, dan worden ze groen en krijgen ze rijen zwarte stippen in de lengterichting. In de laatste stadia is de rups lichtgrijs en krijgen de zwarte stippen een oranje kern. Soms smelten de zwarte vlekken samen tot een geheel zwarte rups. De geelbruine pop is 45 tot 50 millimeter groot.

De soort komt voor van Noord-Afrika en Europa tot het noorden van India, Tibet en Xinjiang. De nominale ondersoort komt voor in het westelijk deel van het verspreidingsgebied, tot Turkije en zuidwest Bulgarije.

Men onderscheidt de volgende ondersoorten: