wijdte
Uiterlijk
- wijd·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijdte | wijdten wijdtes |
verkleinwoord | - | - |
de wijdte v
- de mate waarin iets wijd is
- Er werd besloten de wijdte van de mazen te vergroten.
- Het woord wijdte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijdte" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ wijdte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be