vrek
Uiterlijk
- vrek
- In de betekenis van ‘gierigaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrek | vrekken |
verkleinwoord | vrekje | vrekjes |
- iemand die ongepaste zuinigheid betracht
1.
- Het woord vrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrek" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vrek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- vrek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrek | vrekke |
vrek
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
vrek |
gevrek |
volledig |
vrek
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Werkwoord zonder scheidbaarheidsparameter in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans