upgrade
Uiterlijk
- up·grade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | upgrade | upgrades |
verkleinwoord |
de upgrade m
- (informatica) grotere verbetering en vernieuwing van computers en software
- Tegenwoordig hoef je veel minder vaak voor je desktop een upgrade te kopen dan 20 jaar geleden.
vervoeging van |
---|
upgraden |
upgrade
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van upgraden
- Ik upgrade.
- gebiedende wijs van upgraden
- Upgrade!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van upgraden
- Upgrade je?
- Het woord upgrade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "upgrade" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ upgrade op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be