trompet
Uiterlijk
- trom·pet
- via Middelnederlands trompette van Frans trompette, in de betekenis van ‘blaasinstrument’ aangetroffen vanaf 1350 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trompet | trompetten |
verkleinwoord | trompetje | trompetjes |
- (muziekinstrument) koperen blaasinstrument met ventielen
- Ik speel al twee jaar lang op de trompet.
aerofoon, blaasinstrument, muziekinstrument
1. een koperen blaasinstrument met ventielen
vervoeging van |
---|
trompetten |
trompet
- enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetten
- gebiedende wijs van trompetten
- Het woord trompet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trompet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "trompet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ trompet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- trom·pet
- uit het Nederlands "trompet"
trompet
- trom·pet
Naar frequentie |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | trompet | trompeten | trompeter | trompetene |
genitief | trompets | trompetens | trompeters | trompetenes |
trompet, m
- (muziekinstrument) trompet
- «Den trompet spiller en viktig rolle i livet mitt.»
- De trompet speelt een belangrijke rol in mijn leven.
- «Den trompet spiller en viktig rolle i livet mitt.»
- gebruikt als onderdeel van samengestelde zelfstandige naamwoorden waarbij het object laat denken aan een trompet
- [1]: blåseinstrument zn
- [1]: messingblåseinstrument zn
- [1]: musikkinstrument zn
|
- spille trompet i orkesteret
in het orkest trompet spelen
- blåse et signal i trompeten
op de trompet een signaal blazen
- trom·pet
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | trompet | trompeten | trompetar | trompetane |
trompet, m
- (muziekinstrument) trompet
- gebruikt als onderdeel van samengestelde zelfstandige naamwoorden waarbij het object laat denken aan een trompet
- [1]: blåseinstrument zn
- [1]: massingblåseinstrument zn
- [1]: musikkinstrument zn
|
- blåse ein lang støyt i trompeten
een lange trompetstoot blazen
- blåse på trompeten
op de trompet blazen
- spele på trompeten
op de trompet spelen
- spele trompet i orkesteret
in het orkest trompet spelen
- ↑ Weblink bron “Bokmålsordboka : trompet” op ordbokene.no
- ↑ Weblink bron “Nynorskordboka : trompet” op ordbokene.no
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Muziek in het Indonesisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Muziekinstrument in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 7
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Muziekinstrument in het Nynorsk