tweeëndertigjarig
Uiterlijk
- Geluid: tweeëndertigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌdɛrtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- tweeën·der·tig·ja·rig, twee·en·der·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van tweeëndertig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweeëndertigjarig |
verbogen | tweeëndertigjarige |
partitief | tweeëndertigjarigs |
tweeëndertigjarig
- 32 jaren durend
- Gedurende dit tweeëndertigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 32 jaar
- Bij de brand viel helaas een tweeëndertigjarig slachtoffer.
- Het woord tweeëndertigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.