[go: up one dir, main page]
Naar inhoud springen

shoot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • shoot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord shoot shoots
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de shoot m

  1. (fotografie) opname van een serie foto's op een bepaalde locatie met eenzelfde onderwerp
    • Tot slot: heeft hij favoriet voedsel om te fotograferen? "Jazeker: chocolade. Dat kan ik dan na de shoot meteen opeten. Ik ben er gek op!" [2]
    • Dat is wat ik in al die jaren heb geleerd. Wil je een shoot (fotoserie) tot een succes maken, dan moet je niet denken: hier ben ik, de grote artiest. [3]
  2. (filmkunst) opname van een of meer scènes uit een film op een bepaalde locatie
    • Tegenover het eethuisje staat een vrachtwagen met geopende achterklep voor een huis met dichtgetimmerde ramen. Drie jongens sjouwen met statieven, lampen en verlengkabels. Een jongen steekt met een grote kabelhaspel de straat over en gaat het eethuisje binnen. "Een filmploeg bezig met een shoot," weet mijn vriend. [4]
  3. (sport) (hockey) overtreding waarbij de bal met de voet of het onderbeen wordt aangeraakt
    • En wat ook regelmatig voorkomt is dat het zelfs met beelden niet te bepalen is of iets nou wel of geen shoot was. [5]
  • 1. Een shoot met wielrenners.
    1. Een shoot met wielrenners.
  • 2. Een shoot op het strand.
    2. Een shoot op het strand.
  • 3. Shoot bij Nederland-Wales in 1966.
    3. Shoot bij Nederland-Wales in 1966.

Tussenwerpsel

shoot

  1. (krachtterm) uitroep van ergernis
    • Toen ik het las dacht ik: shoot, was daar niks lekkerders van te maken? [6]
  2. zeg het maar, uitnodiging aan iemand die aarzelt om wat te zeggen
    • "(…) Nog meer vragen, dokter?" zegt hij lachend.
      'Ja, maar het is een beetje banaal, dokter, vind ik zelf.'
      "Shoot! Dokter."       [7]
Vertalingen
    3. overtreding waarbij de bal met het lichaam wordt aangeraakt   

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. ↑
    Sikken, A.
    Shoot, foot of kick: de herkomst van de term shoot (26 september 2015) op website: hockey.nl    ; geraadpleegd 2019-06-01
  2. ↑
    Jägers, J.
    "BWAM!, dít wil ik communiceren" (31 mei 2019) op website: nrc.nl    ; geraadpleegd 2019-06-01
  3. ↑
    Kattenberg, J.
    interview in:
    Teunissen, J.
    "Zijn lippen haalden de kranten" in: Trouw jrg. 53 nr. 15653 (28 oktober 1995)    ; p. 45 (M 1) kol. 9; geraadpleegd 2019-06-01
  4. ↑
    Kocken, E.
    "De hond zag ons in Rheine" in: De Revisor. Jaarboek voor nieuwe literatuur 1. (2010) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam    ; ISBN 978 90 214 3890 0; p. 87; geraadpleegd 2019-06-01
  5. ↑
    Fontein, J.
    Gaat het huidige voetbal te snel voor de scheidsrechter? (19 april 2017) op website: volkskrant.nl    ; geraadpleegd 2019-06-01
  6. ↑
    Weisz, F.
    geciteerd in:
    Lieshout, M. van
    "Weekbladen. Vrij Nederland" in: De Volkskrant jrg. 73 nr. 21485 (16 maart 1995)    ; p. 27 kol. 5; geraadpleegd 2019-06-01
  7. ↑
    Arion, F.M.
    Afscheid van de koningin. (1975) De Bezige Bij, Amsterdam    ; ISBN 90 234 0515 3; p. 122; geraadpleegd 2019-06-01


Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • shoot
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse werkwoord sceotan
vervoeging
onbepaalde wijs to  shoot 
he/she/it  shoots 
verleden tijd  shot 
voltooid
deelwoord 		 shot 
onvoltooid
deelwoord 		 shooting 
gebiedende wijs  shoot 

Werkwoord

shoot

  1. schieten
Uitdrukkingen en gezegden
  • to shoot dead
doodschieten
enkelvoud meervoud
shoot shoots

Zelfstandig naamwoord

shoot

  1. (plantkunde) scheut
  2. fotosessie
  3. filmopname


Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

shoot m

  1. (spreektaal) shot (heroïne)
    «Seul un shoot pourra le calmer.»
    Alleen een shot kan hem kalmeren. [1]

Verwijzingen

  1. ↑
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 189
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=shoot&oldid=4774257"