reuk

• Geluid:  reuk    (hulp, bestand)

• reuk

• In de betekenis van ‘geur, reukvermogen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 ^{[1] [2]}

de reuk m

1. 1. (biologie) geur
   2. (biologie) gewaarwording van geur via de neus
2. (dysfemisme) van parfum

• geur, lucht, luchtje, reukzin

• amberreuk, zwavelreuk

• Het woord reuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reuk" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.