pr
Uiterlijk
- pr
- Afgeleid van public relations
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pr | |
verkleinwoord |
- (afkorting) (initiaalwoord) het bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publiek
- in mindere mate: (afkorting) (initiaalwoord) postrekeningnummer
- Het woord pr staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pr" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
- IPA: /pr/
- pr
pr
- ho; een uitroep die iets tot staan wil brengen, specifiek paarden
- hèhè; uitroep van bevrijding / opluchting
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Afkorting in het Nederlands
- Initiaalwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 76 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Partikel in het Tsjechisch