piepten
Uiterlijk
- piep·ten
vervoeging van |
---|
piepen |
piepten
- meervoud verleden tijd van piepen
- Wij piepten.
- Jullie piepten.
- Zij piepten.
- Wij piepten.
- Het woord piepten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
piepen |
piepten