kousenband
Uiterlijk
- Geluid: kousenband (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑusə(n)ˌbɑnt / (3 lettergrepen)
- kou·sen·band
- samenstelling van kous zn en band zn met het invoegsel -en- [1]
- [2]: betekenis ontstaan in Suriname vanwege de gelijkenis in vorm, in de betekenis van ‘groente’ voor het eerst aangetroffen in 1944 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kousenband | kousenbanden |
verkleinwoord | kousenbandje | kousenbandjes |
de kousenband m
- (kleding) elastische band om de kous op te houden
- (groente) Vigna unguiculata , een extreem lange peulvrucht
- kouseband (officiële spelling tot 1996)
1. elastische band om de kous op te houden
2. extreem lange peulvrucht
- Het woord kousenband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kousenband" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ kousenband op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kousenband" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %