hooggegrepen
Uiterlijk
- hoog·ge·gre·pen
- samenstelling van hoog bw en grijpen ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | hooggegrepen |
verbogen | |
partitief | hooggegrepens |
hooggegrepen
- van iets dat het heel moeilijk is om te doen; van iets dat het een hele uitdaging is om te doen
- ▸ Zo blij als sommige mensen zijn ('HELL YEA, even mijn wanten pakken'), zo teleurgesteld zijn andere vroege vogels over het schamele laagje sneeuw dat ze toebedeeld hebben gekregen. Een sneeuwpop lijkt overal hooggegrepen, maar voor veel mensen wordt een sneeuwbal al moeilijk.[1]
- Het woord hooggegrepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Glijden en glibberen, want het is weer even winter” (Zondag 17 januari 2016, 08:15), NOS