hyena

• Geluid:  hyena    (hulp, bestand)
• IPA: / hiˈjena / (3 lettergrepen)

• hy·e·na

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hyena-achtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 ^[1]

de hyena v / m

1. (roofdieren) benaming voor zoogdieren uit de onderfamilie Hyaeninae , middelgrote nachtroofdieren

   • Heeft u een plaatje van een hyena? 

2. (vlinders) Cosmia trapezina  een vlinder uit de familie van de uilen (Noctuidae)

   • De rupsen van de hyena doen hun naam eer aan: ze eten andere rupsen. 

• [1] roofdieren, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
• [2] vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

• [1] bruine hyena, gestreepte hyena, gevlekte hyena, grottenhyena

• holenhyena, hospitaalhyena, jachthyena

• hyena-achtig, hyenacoproliet, hyenadrol, hyenahond, hyenavel

• Het woord hyena staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hyena" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

hyena

1. (roofdieren) hyena