grijpgraag
Uiterlijk
- Geluid: grijpgraag (hulp, bestand)
- grijp·graag
- samenstelling van grijp ww en graag
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grijpgraag | grijpgrager | grijpgraagst |
verbogen | grijpgrage | grijpgragere | grijpgraagste |
partitief | grijpgraags | grijpgragers | - |
grijpgraag
- de neiging vertonend van alles te grijpen, vast te pakken
- Kinderen zitten met hun grijpgrage handjes overal aan.
- ziekelijk stelend, op zoek zijnd naar geld
- Grijpgraag gajes heeft weer in de buurt huisgehouden.
- Ons geld is niet veilig voor de grijpgrage overheid.
- Het woord grijpgraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.