ditt
Uiterlijk
- ditt
Naar frequentie | 131 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | ||
voornaamwoord | din | di | ditt | dine |
ditt, o (2. persoon, onzijdige vorm, enkelvoud)
- uw, jouw (informeel), je (informeel)
- «Jeg kan hjelpe deg med det meste til ditt arrangement.»
- Ik kan u helpen met de meeste taken van uw evenement.
- «Jeg kan hjelpe deg med det meste til ditt arrangement.»
- ditt og dattdit en dat
- ditt
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | ||
voornaamwoord | din | di | ditt | dine |
ditt, o (2. persoon, onzijdige vorm, enkelvoud)
- ditt eller dattdit of dat
- ditt og dattdit en dat
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Onbepaald voornaamwoord in het Noors
- Bezittelijk voornaamwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Onbepaald voornaamwoord in het Nynorsk
- Bezittelijk voornaamwoord in het Nynorsk