bijscherm
Uiterlijk
- bij·scherm
- samenstelling van bij en scherm zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijscherm | bijschermen |
verkleinwoord |
het bijscherm o
- (beschrijvende plantkunde) groei- of bloeiwijze
- Muisjes bestaan uit "meermalen gesuikerde anijszaadjes', of beter gezegd anijsvruchtjes en omdat de vruchtjes vaak de bloemsteeltjes van de bijschermen nog bij zich dragen hebben ze, voor wie daar gevoelig voor is, wel iets van een muis. Het steeltje is dan als het ware de staart van de muis. [2]
- Wat wordt verstaan onder `liervormig', een `gevorkt bijscherm' of iets simpels als een `hauw', blijft in woorden uitgelegd cryptisch. Zelfs de wetenschappelijke Heukels is in dit opzicht gebruikersvriendelijker dankzij glasheldere tekeningen van de verschillende bladvormen, bloeiwijzen en vruchtbeginsels. [3]
- Het gevorkt bijscherm of tweetakkig scherm is een bloeiwijze, waarbij de hoofdas is afgesloten door een bloem. Hieronder staan twee zijtakken ingeplant, die weer afgesloten worden door een bloem. Op deze zijtakken staan weer twee zijtakken enz. De vertakkingen staan loodrecht op elkaar. Bij een gevorkt bijscherm staat de oudste bloem in het midden. [4]
- Het woord 'bijscherm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijscherm" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Karel Knip 26 maart 1992 Stortgoed
- ↑ NRC Chantal van Dam 10 maart 2001 Muursla en fluitekruid
- ↑ Wikipedia Gevorkt bijscherm
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beschrijvende plantkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 78 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %