ant

Niet te verwarren met: Ant

• Geluid:  ant (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ænt/

enkelvoud	meervoud
ant	ants

ant

1. (vliesvleugeligen) mier

• insect

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• ant

• Afkomstig van het Noorse bijvoeglijke naamwoord ane.

ant

1. vermoed, bevroed, voorgevoeld

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	ant	mer ant	mest ant
	o enkelvoud	ant
	meervoud	ante
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	ante	mer ant	mest ante

ant

1. voltooid deelwoord van ane

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• ant

• Afkomstig van het Nynorske bijvoeglijke naamwoord ana / ane.

ant

1. vermoed, bevroed, voorgevoeld

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	ant	meir ant	mest ant
	o enkelvoud	ant
	meervoud	ante
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	ante	meir ant	mest ante

ant

1. voltooid deelwoord van ane

• ana

ant

1. (eendvogels) eend; een watervogel, familie van de ganzen en zwanen

• ente

• Duits: Ente
• Wymysoojs: ant

• IPA: /ant/

• ant

ant

1. genitief meervoud van anta

ant

1. eed, gelofte

• Geluid:  ant    (hulp, bestand)

• Afgeleid van het Middelhoogduitse ant / ente

ant v

1. (eendvogels) eend; watervogel, familie van de ganzen en zwanen
2. (voeding) eend; een gebakken of gebraden eend

• aent
• ȧnt