overvegen
Uiterlijk
- over·ve·gen
overvegen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvegen |
veegde over |
overgeveegd |
zwak -d | volledig |
- door een schuivende beweɡinɡ van een borstel, bezem of hand naar een andere plaats brenɡen
- opnieuw schoonmaken met een schuivende beweging van een borstel, bezem of hand, zonder toevoeging van water
- Door de vallende bladeren moest hij zijn stoep telkens overvegen.
- [2] hervegen
- Het woord 'overvegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Anne van Nimwegen“Nieuw! Bladvegen : Groep 7-8” op portalengroep.nl
- ↑ Weblink bron F. van EedenUit de brievenbus: Dadant-Blatt kasten, VBBN in: Maandschrift voor Bijenteelt, jrg. 6 nr. 7 (2 juli 1903)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal